Mythe: Het gebruik van soja als voedsel is al duizenden jaren oud.
Waarheid: Soja werd het eerst gebruikt tijdens de late Chou dynastie (1134 –246 v. Chr.), maar alleen pas nadat de Chinezen geleerd hadden om sojabonen te laten fermenteren om er voedsel zoals tempeh, natto en tamari van te maken.
Mythe: Aziatische culturen eten grote hoeveelheden soja als voedsel.
Waarheid: De gemiddelde consumptie van soja als voedsel in Japan en China is 10 gram (ongeveer 2 theelepels) per dag. De Aziaten consumeren de soja in kleine hoeveelheden als condiment, en niet als vervanging van dierlijk voedsel.
Mythe: Modern soja voedsel schenkt dezelfde gezondheidsvoordelen als traditioneel gefermenteerd voedsel.
Waarheid: De meeste tegenwoordige soja is niet gefermenteerd om de toxines in de sojabonen te neutraliseren, en wordt verwerkt op een manier die de proteïnes denatureert en de carcinogenenwaardes laat stijgen.
Mythe: Soja voorziet in een compleet proteïne.
Waarheid: Zoals alle peulvruchten zijn sojabonen deficiënt in de zwavelhoudende aminozuren methionine en Cystine. Daarbij wordt het gevoelige lysine door de moderne verwerkingsmethodes gedenatureerd
Mythe: Gefermenteerde soja kan voorzien in vitamine B12 in vegetarische diëten.
Waarheid: De samenstelling van vitamine B12 zoals die in soja zit, kan door het menselijke lichaam niet gebruikt worden; in feite veroorzaakt soja dat het lichaam meer vitamine B12 nodig heeft.
Mythe: Soja formules in babyvoeding zijn veilig voor zuigelingen.
Waarheid: Soja bevat trypsine-remmers die de proteïne-vertering remmen en de pancreasfunctie aandoen. Bij testen op dieren leidden diëten die hoog in trypsine-remmers lagen tot gebrekkige groei en pancreasontregelingen. Soja verhoogt de lichaamsbehoefte aan vitamine D voor sterke botten en normale groei. Fytine zuur in soja resulteert in gereduceerde beschikbaarheid van ijzer en zink welke nodig zijn voor de gezondheid en de ontwikkeling van de hersenen en het zenuwsysteem. In soja ontbreekt ook de cholesterol, wat evenzo essentieel is voor de ontwikkeling van de hersenen en het zenuwsysteem. Megadosissen aan fyto-oestrogenen in sojaformules werden in de recente trend geobserveerd naar het vervroegd voortijdige seksuele ontwikkeling bij meisjes en vertraagde of verlate seksuele ontwikkeling bij jongens.
Mythe : Soja kan osteoporose voorkomen.
Waarheid: Soja kan deficiënties veroorzaken in calcium en vitamine D, beide nodig voor gezonde botten. Calcium van bottenboullions en vitamine D van zeevoedsel, spek en organisch vlees voorkomen de osteoporose in Aziatische landen.
Mythe: Modern voedsel beschermt tegen vele soorten kanker.
Waarheid: Een Britse regeringsrapport concludeerde dat er een beetje bewijs voor is dat soja beschermt tegen borstkanker of enigerlei andere vorm van kanker. In feite kan soja resulteren in een verhoogd kanker-risico.
Mythe: Fyto-oestrogenen in soja kunnen de mentale mogelijkheden vergroten.
Waarheid: Een recent onderzoek bevond dat de vrouwen met de hoogste waardes aan oestrogenen in hun voedsel de laagste waardes in waarnemende functies hadden; In Japanse en Amerikaanse tofu consumptie op middelbare leeftijd wordt in verbinding gebracht met de Ziekte van Alzheimer in het latere leven.
Mythe: Soja oestrogenen (isoflavioniden) zijn goed voor je.
Waarheid: De isoflavioniden in soja zijn phyto-endocriene ontregelaars. Op diëtisch niveau kunnen ze de ovulatie voorkomen en de groei van kankercellen bevorderen. Reeds 4 eetlepels soja per dag kunnen resulteren in hypothyrioïsme met symptomen van lethargische constipatie, gewichtstoename en vermoeidheid.
Mythe: Soja beschermt tegen hartziekte.
Waarheid: Bij sommige mensen zal de soja een cholesterolverlaging bewerken, maar er is geen bewijs voor dat het verlagen van de cholesterol iemand’s risico om een hartinfarct te krijgen verlaagt.
Mythe: Soja is veilig en van gezondheidsvoordeel voor vrouwen. Om het te gebruiken in hun postmenopausale jaren.
Waarheid: Soja kan de groei van oestrogenen-afhankelijke tumoren stimuleren en schildklierproblemen veroorzaken. Een lage schildklierfunctie wordt in verband gebracht met moeilijkheden in de menopauze.
Mythe: Isoflavioniden in geïsoleerde sojaproteïne hebben de GRAS-status (Generally Recognized as Safe = Algemeen als Veilig Herkend).
Waarheid: De Archer Daniels Midland (ADM) trok recent zijn aanwending voor de FDA en de GRAS status terug voor isoflavioniden uit soja, opvolgend aan een uitbarsting van protest van de wetenschappelijke gemeenschap. De FDA keurde nooit de GRAS status voor geïsoleerd sojaproteïne goed vanwege de bezorgdheid met betrekking tot toxines en carcinogenen in verwerkte soja.
Mythe : Soja is goed voor het seksleven.
Waarheid: Vele onderzoeken op dieren hebben uitgewezen dat sojavoedsel onvruchtbaarheid bij dieren veroorzaakt. De consumptie van soja vermeerdert de haargroei bij mannen van middelbare leeftijd, wat verlaagde testosteronwaardes aangeeft. Tofu werd door Boeddhistische monniken geconsumeerd om de libido te reduceren.
Mythe: Soja bonen zijn goed voor het milieu
Waarheid: De meeste sojabonen die er in de V.S. groeien zijn genetisch ontwikkeld om toe te laten dat boeren grotere oogsten herbiciden kunnen gebruiken, en zo veel giftige stoffen in het milieu brengen.
Mythe: Soja voedsel is goed voor ontwikkelingslanden.
Waarheid: In derde wereld landen vervangen de sojabonen de traditionele oogsten en verplaatsen het verwerken door de plaatselijke bevolking naar multinationale corporaties.
Soja babyvoeding
Anti-baby pillen voor zuigelingen
Baby’s die gevoed worden met babyvoeding die op soja is gebaseerd hebben 13.000 tot 22.000 maal meer oestrogenen-samenstellingen in het bloed dan baby’s die op melk gebaseerde babyvoeding krijgen. Zuigelingen die uitsluitend gevoed werden met babyvoeding op basis van soja krijgen het evenredige van minstens 5 anti-babypillen per dag binnen.
Zuigelingen jongetjes hebben een testosteron-verandering gedurende de eerste maanden van het leven als de testosteronwaardes zo hoog kunnen zijn als die van een volwassen man. Gedurende deze periode, worden baby-jongetjes geprogrammeerd om mannelijke karakteristieken uit te drukken na de puberteit, niet alleen in de ontwikkeling van hun seksuele organen en andere mannelijke kenmerken, maar ook laten ze patronen beginnen in de hersenen die karakteristiek zijn voor mannelijk gedrag.
Bij dieren indiceert het voeren van soja dat de phyto-oestrogenen in soja krachtige endocrine ontregelaars zijn. Het voeden van baby’s met op soja gebaseerde babyvoeding – wat de bloedstroom overspoelt met vrouwelijke hormonen die het testosteron remmen – kunnen genegeerd worden als mogelijke oorzaak van ontregelde ontwikkeling bij jongens, inclusief leer- en concentratiestoornissen. Mannelijke kinderen die aan DES werden blootgesteld – een synthetisch oestrogeen – hadden testes die kleiner waren dan normaal.
Bijna 15 % van de blanke meisjes en 50% van de Amerikaanse-Afrikaanse meisjes lieten puberteitskenmerken zien zoals borst-ontwikkeling en schaamhaar vóór de leeftijd van 8 jaar. Sommige meisjes lieten seksuele ontwikkeling zien voor de leeftijd van 3 jaar. Voortijdige ontwikkeling van meisjes werden in verband gebracht met het gebruik van soja en blootstelling aan milieu oestrogenen imitators zoals PCB’s en DDE.
Een hoge inname van fyto-oestrogenen gedurende de zwangerschap kan zelfs nadelige effecten hebben in de ontwikkeling van de foetus en het plaatsvinden van de puberteit in het latere leven.
De soja gevaren samengevat
Hoge waardes aan fytinezuur in soja reduceren de assimilatie van calcium, magnesium, koper, ijzer en zink. Het fytinezuur in soja wordt niet geneutraliseerd door de normale bereiding er van zoals weken, kiemen en langzaam en lang koken. Hoge fytinezuur bevattende diëten veroorzaakten groeiproblemen bij kinderen.
Trypsine remmers in soja interfereren met de proteïnevertering en kunnen pancreas-stoornissen veroorzaken. Bij diertesten werden ontwikkelingsstoornissen in de groei veroorzaakt door soja wat trypsine-remmers bevatte
De phyto-oestrogenen in soja ontregelen de endocrine functies en kunnen potentieel onvruchtbaarheid veroorzaken en bevorderen borstkanker bij volwassen vrouwen.
De phyto-oestrogenen in soja zijn potente anti-thyrioïde stoffen die hyperthyrioïsme, en ook schildklierkanker kunnen veroorzaken. Bij zuigelingen werd de consumptie van babyvoedsel wat gebaseerd was op soja-formules in verband gebracht met auto-immunethyrioïde ziektes.
Vitamine B12 analogieën in soja worden niet geabsorbeerd en verhogen in feite de lichaamsbehoefte aan vitamine B12.
Sojavoedsel verhoogt de lichaamsbehoefte aan vitamine D. Toxische synthetische vitamine D2 wordt toegevoegd aan sojamelk.
Gevoelige proteïnes worden over-gedenatureerd gedurende de hoge temperaturen van de verwerkingsmethodes er van om het soja-proteïne te isoleren en plantaardige proteïne-massa te verkrijgen.
Het verwerkten van sojaproteïne resulteert in de vorming van toxische lysinoalanine een hoog kankerverwekkende nitrosamines.
Vrije glutaminezuren of MSG, een potent neurotoxine wordt gevormd gedurende het verwerken van sojavoedsel en grotere hoeveelheden ervan worden aan vele sojavoedsel toegevoegd.
Soja voedsel bevat hoge waardes aan aluminium welke toxisch is voor het zenuwsysteem en de nieren.
Bron: The Weston A. Price Foundation
Toevoeging: In Amerika word het vlees van gevangenen met minimaal 30 procent soja vermengt. Studies hebben namelijk aangetoond dat het niveau aan testosteron omgezet wordt in het vrouwelijke oestrogeen en hierdoor worden de mannen mannelijker te handelen, gewilliger. (dit effect heeft fluoride ook). In landen als Japan gebruiken ze hiervoor Tofu.
Terug naar ‘Soja‘