Gezonde vetten zijn even belangrijk als groenten en fruit…je hebt ze iedere dag nodig om gezond en vitaal te blijven!
Vandaag de dag weten we dat vetvrij eten niet gezond is! Het is dus belangrijk om voldoende gezonde vetten aan je voeding toe te voegen. Stomen van voedsel is gezonder dan koken…dat lijkt me logisch, maar vergeet niet om aan die heerlijk knapperig gestoomde groenten wat gezonde vetten toe te voegen! Een beetje vet zal de lycopeen uit tomaten, de carotenen uit je wortels, de luteine uit de spinazie en de broodnodige voedingstoffen uit nog minstens 600 andere nutrienten beter doen opnemen.
Dus…niet vetvrij, maar gezonde vetten eten!
Vetarme diëten worden in een publicatie van “The Lancet (3-2-92)” gekoppeld met psychologische problemen, depressies, geweld en zelfmoord. In 1998 stelde wetenschapper D. Kritchevsky dat vetarme diëten hart- en vaatziekten niet verminderden. Een universitaire studie toonde, tegen alle verwachtingen in, aan dat indien mensen op een vetarm dieet worden gezet (slechts 19% van de calorieën uit vetten) hun HDL cholesterol daalt. Als ze daarna op een vetrijk dieet (50% van de calorieën) werden gezet, steeg hun HDL cholesterol terug. (State University New York, journal of the American College of Nutrition 2004).
Gezonde vetten zijn voor jonge kinderen van levensbelang!
In de moedermelk worden 50% van de calorieën aangevoerd door vetten. Vooraanstaande voedingsdeskundigen raden nu ook aan dat kinderen tot 2 jaar minstens 50% van hun calorieën uit gezonde vetten dienen te krijgen. Verscheidene kinderartsen zoals S. Zlotkin en F. Lifshitz en R. Olson erkennen dat kinderen die vetarme voeding krijgen veel groei- en gezondheidsproblemen kennen. Naarmate kinderen opgroeien mag de aangeraden hoeveelheid zakken naar 30%. Bij volwassenen ligt de calorie behoefte aan gezonde vetten tussen 15 en 35%. Minder dan 15% is ongezond. Uit onderzoek bij kinderen is gebleken dat de opname van calcium, magnesium en eiwitten (aminozuren), belangrijk voor de ontwikkeling van sterke botten, significant wordt verhoogd door de inname van gezonde kokosnootolie. In een andere studie uit 1996 aan de universiteit van Iowa hebben onderzoekers ontdekt dat vet en calcium beter werden opgenomen door de baby’s als men kokosolie of palmolie aan hun voeding toevoegde.
Steeds meer wetenschappers verwerpen de vethypothese
Ancel Keys lanceerde in 1953 de “vethypothese”. Verzadigd vet en cholesterol uit voeding waren volgens hem de oorzaak van een hoge choleswterolspiegel in het bloed. En een hoge cholesterolspiegel in het bloed veroorzaakt aderverkalking (atherosclerose), en die zou op haar beurt weer verantwoordelijk zijn voor hart- en vaatziekten. Alhoewel de deskundigen vele hiaten vonden in zijn hypothese, sloeg zijn verhaal in als een bom en werd snel gemeengoed.
Pas recent beginnen studies die het tegendeel beweren aan te slaan. Uit een grote Britse studie bleek al na 1 jaar dat in een groep van proefpersonen (die werden verzocht hun inname van verzadigd vet te verminderen, te stoppen met roken en hun inname van onverzadigde vetten en margarines te verhogen) tweemaal zoveel doden vielen dan in de controlegroepen. In de Lancet zijn de resultaten van een studie verschenen, waarbij 2000 mannen een dieet kregen met een laag gehalte aan verzadigd vet om te zien welk effect dit zou hebben op hun cardiovasculaire gezondheid. Gedurende twee jaar zag men geen enkel voordeel dat de kans op een hartinfarct kleiner zou worden. Dit bewees dat een verlaging van de zogenaamde “ongezonde verzadigde vetten” geen enkel voordeel opleverde op het risico op hart- en vaatziekten.
Wetenschappers hebben ondertussen ook in dierproeven aangetoond dat een dieet van verzadigde vetten de kans op hart- en vaatziekten zelfs doet dalen. De mensen die meer verzadigde vetten aten waren actiever, magerder en hadden een gezonde cholesterolspiegel.
Wat zeggen wetenschappers erover:
Dr.Willett W., Prof. Harvard universiteit: “ Heden ten dage is in de meest uitgebreide onderzoeken nog geen verband gelegd tussen de consumptie van verzadigde vetten en hart- en vaatziekten” In 1995 publiceerde hij een studie over de relatie tussen vet en hartkwalen met deze conclusie:” Deze studie gegevens ondersteunen niet de sterke relatie tussen consumptie van verzadigd vet en het risico op hart- en vaatziekten, die er volgens internationaal onderzoek wel zou bestaan”.
Mary Enig, internationaal vetexpert en voedingsdeskundige:” het idee dat verzadigd vet hartziekten veroorzaakt is volkomen verkeerd. Maar de vethypothese is zo diep in de hersenen van de mensen gedrongen dat het moelijk is hen te overtuigen van het tegendeel, tenzij ze zelf op zoek willen gaan naar de waarheid”.
Michael Gurr, prof en biochemicus in Oxford:” De vethypothese heeft vele tekorten en de uitspraak dat vet hart- en vaatziekten veroorzaakt is te simplistisch gesteld. Wat de oorzaak van hartaandoeningen ook moge zijn…het is in eerste instantie niet een hoge inname van verzadigde vetzuren”.
George Mann, prof en biochemicus Vanderbilt University: “Uit studies bij Masaistammen blijkt duidelijk dat verzadigd vet niet de oorzaak van een hoge cholesterolspiegel en hart- en vaatziekten is. De vet en cholesterol hypothese is de grootste wetenschappelijke leugen van onze tijd.”
Michael Oliver, prof Wynn instituut voor metabolisch onderzoek in Londen:” Een sterke verlaging van de cholesterolspiegel kan, zeker op termijn, gevaarlijk zijn voor de samenstelling van de celmembranen. Dit geeft op termijn zeker gezondheidsklachten.”
Paul Rosch, prof, medisch college New York:” Het publiek is zo gehersenspoeld door alle hypotheses over onverzadigde vetten, dat mensen zijn gaan geloven dat, hoe lager hun cholesterolwaarden, hoe gezonder ze zijn, en hoe langer ze zullen leven. Niets is minder waar. Het cholesterolkartel van de farmaceutische bedrijven (die hardnekkig de statines blijven promoten) de soja industrie en de fabrikanten van vetarme voedingsmiddelen, scoren synergetisch met hun marketing campagnes.”
Ook de cardioloog Ray Rosenman, experimenteel psycholoog Russel Smith, professor William Stehbens van de medische school van Wellington, professor Lars Werkö en vele anderen verwerpen nu ook de jarenlang misleidende vethypothese!
Niet cholesterol, maar de cholesterolverlagende medicijnen zijn gevaarlijk!
De Cholesterol mythe
Goed voor hart en bloedvaten?
Gezondheidsautoriteiten en media roepen al veertig jaar in koor dat verzadigd vet gevaarlijk is. Het zou dik maken en onze bloedvaten verstoppen. Zelfs wij nuchtere Hollanders hebben ons gek laten maken. De consumptie van voortreffelijke polderwaren als volle melk en roomboter is sinds de jaren ’60 meer dan gedecimeerd. En dat is wrang. Want het ziet er steeds meer naar uit dat de anti-vet boodschap op een dwaling berust. Alle pertinente adviezen ten spijt, bestaat er onder wetenschappers absoluut geen eenduidigheid over de invloed van verzadigd vet op het ontstaan van hart- en vaatziekten en overgewicht. Sterker nog, het de hemel in geprezen linolzuur (‘goed voor hart en bloedvaten’) zou wel eens een wolf in schaapskleren kunnen zijn.
Tijdens een vakantie in Italië begin jaren ’50 had Ancel Keys, een jonge epidemioloog uit de Verenigde Staten, een AH-erlebnis. De huisarts van het dorp waar hij verbleef, vertelde hem dat hij in zijn loopbaan slechts enkele malen een patiënt met een hartinfarct had gezien. In het Amerika van die dagen was dat ziektebeeld een plaag aan het worden. Het lokale dieet in Keys’ vakantiedorp bevatte weinig dierlijk vet en de epidemioloog had zijn ‘eureka’: verzadigd vet veroorzaakt hartinfarcten. Keys was wetenschapper genoeg om op te merken dat de inwoners van dorpen wat meer landinwaarts zich tegoed deden aan vette salami en mozzarella en óók nauwelijks hartproblemen kenden, maar hij was te zeer gegrepen door zijn idee om daar consequenties aan te verbinden. Hij zette een reusachtig onderzoek op. In zeven landen zette hij de consumptie van verzadigd vet af tegen het aantal hartaanvallen. En jawel. Zes van die zeven landen lieten een zwak positief verband zien. Het bewijs was geleverd. Tot op de dag van vandaag is de ‘Zeven Landen Studie’ de belangrijkste pijler voor de magere voedingsadviezen van instanties als het Voedingscentrum.
“Keys vertelde er niet bij dat hij die zeven landen zorgvuldig had geselecteerd,” zegt Dr. Uffe Ravnskov, nierspecialist en biochemicus in het Zweedse Lund. Ravnskov is auteur van het boek ‘The Cholesterol Myths’ (De Cholesterol Mythen), een stevig onderbouwde en ontluisterende analyse van het wetenschappelijke dogma dat verzadigd vet en cholesterol hart- en vaatziekten veroorzaken. Die theorie luidt als volgt: verzadigd vet verhoogt het cholesterol. Een verhoogd cholesterol is een risicofactor voor hart en vaatziekten. Verzadigd vet veroorzaakt dus hart- en vaatziekten. Onlangs kreeg Ravnskov voor zijn werk de prestigieuze Skrabanekprijs van Trinity College in Dublin. “Toen Keys zijn ingeving kreeg, waren er al 22 landen op precies dezelfde manier onderzocht. In 16 van de 22 landen vonden de onderzoekers geen of zelfs een sterk omgekeerd verband. De Zwitsers zagen hun alsmaar toenemende gebruik van dierlijk vet bijvoorbeeld gepaard gaan met een scherpe afname van het aantal hartinfarcten. Iets dergelijks zie je op het moment in de mediterrane landen en Japan. ‘Ondanks’ de fors toenemende rol van dierlijk vet in hun cuisine is het met de gezondheid van hun hart momenteel nòg beter gesteld dan veertig jaar geleden. Een opmerkelijke studie die afgelopen mei verscheen, suggereert dat verzadigd vet krachtige bescherming biedt tegen cardiovasculaire aandoeningen. Van Okinawa, de Japanse eilandengroep met het hoogste percentage 100-jarigen ter wereld, wordt vaak beweerd dat het een magere keuken heeft, maar kijk voor de grap eens in hun kookboeken. De mensen die nu kerngezond stokoud zijn, aten dagelijks varkensvlees en kookten met reuzel.” Keys meldde ook niet dat hij in twee vlak bij elkaar gelegen provincies in Finland, waar exact dezelfde, grote hoeveelheden spek en vette worst werden gegeten, enorme verschillen in het aantal hartproblemen waarnam. Mensen in de ene provincie kregen de meeste hartinfarcten van de wereld, mensen honderd kilometer verderop waren qua hartconditie te vergelijken met Japanners. Ravnskov: “Hij wist zich geen raad met die tegenstrijdige data en negeerde ze. Daarmee liet hij een gouden kans liggen. Waarom ging hij niet op zoek naar het waarom van dat verschil?”
Keys startte met zijn al of niet bewuste slordigheid een merkwaardige trend. In de stroom publicaties die nadien op gang kwam, komen nogal wat ‘onregelmatigheden’ voor. Een raar voorbeeld is de Framingham Heart Study, een onderzoek dat al veertig jaar loopt onder inwoners van een voorstad van Boston. In de samenvatting van een deelstudie meldden de auteurs dat iedere procent verhoging van het cholesterolgehalte gepaard ging met een twee procent verhoging van het risico op een hartinfarct. Alle officiële adviezen, ook die van onze Hartstichting, stoelen daarop en de waarneming is in duizenden publicaties geciteerd. Diep verscholen in de eigenlijke studie, die volgens Ravnskov door niemand wordt gelezen, staat echter iets heel anders: ‘Elke daling van het cholesterolgehalte met 1 mg per deciliter bloed ging gepaard met een 11 procent hoger risico op een dodelijk hartinfarct’. Ravnskov legt de zere vinger op een aantal van dit soort cruciale ‘verschrijvingen’ en stelt dat mede daardoor een vals beeld is geschapen. De Zweed wijst er ook op dat de grote medische tijdschriften een halve eeuw lang vrijwel uitsluitend studies hebben gepubliceerd die de ‘vet is gevaarlijk’ gedachte ondersteunen. “Er is minstens zo veel degelijk materiaal dat de theorie onderuit haalt, maar dat ligt ongezien in de bibliotheek.”
Verzadigd vet verhoogt toch het cholesterol? “Als je meer eet dan je verbruikt,” nuanceert Dr Ravnskov. “En dan nog: so what? Cholesterol is een vitale stof – het heeft zelfs antioxidante eigenschappen – die het lichaam tegen van alles en nog wat beschermt. De lever maakt zelf dagelijks de hoeveelheid cholesterol aan die in een pak eieren zit. Het orgaan reguleert heel nauwkeurig hoeveel er in het bloed circuleert, daarom is het zo moeilijk om het met de voeding te beinvloeden. Als het sterk stijgt, is dat een teken dat het lichaam zich tegen iets probeert te wapenen. Zo is goed beschreven hoe ‘hoge’ cholesterolspiegels oudere mensen beschermen tegen infecties. Het omlaag brengen ervan kun je vergelijken met het gevangen nemen van brandweerlieden, met als argument dat brandweerlieden altijd worden gesignaleerd waar brand is.” Het risico tussen een verhoogde cholesterolspiegel en het ontwikkelen van hartkwalen is volgens hem allerminst vanzelfsprekend. “De patholoog Kurt Landé en de biochemicus Warren Sperry onderzochten in 1936 een paar honderd overledenen en vergeleken het cholesterolgehalte in het bloed met de mate van slagaderverkalking. Hun grafiek had veel weg van een Turkse sterrenhemel. Mensen met hoge cholesterolspiegels hadden schone vaten, mensen met heel lage spiegels waren hartstikke verstopt en alles daartussenin… geen enkel verband. Dergelijk onderzoek is vaak herhaald, telkens met hetzelfde resultaat. Cardiologen zien dat trouwens dagelijks in hun praktijk. Meer dan de helft van de mensen die een hartaanval krijgen, heeft een normaal of laag cholesterol. In Rusland en de Baltische staten geldt een laag cholesterol zelfs als forse risicofactor voor een hartinfarct.” Vorig jaar liet de LiviCordia studie zien dat mannen in Litouwen, die een tamelijk laag cholesterol hebben, vijf keer zo veel hartinfarcten krijgen als Zweedse mannen, wier bloed beduidend meer cholesterol bevat. “Het enige wapen dat de anti-vet lobby momenteel nog heeft, zijn de onderzoeken naar het effect van de cholesterolverlagende statines,” zegt Ravnskov. “Die blijken het aantal hartinfarcten inderdaad te verminderen. Maar ze doen dat onafhankelijk van hun cholesterolverlagende effect. Zelfs mensen met extreem lage cholesterolspiegels profiteren ervan.”
Ravnskov is geen verdwaalde eenling. Vier jaar geleden rapporteerde het Europese cardiologenvakblad: ‘Uit analyse van alle grote studies moet de conclusie worden getrokken dat vermindering van de inname van verzadigd geen lager risico op hart- en vaatziekten geeft. De enige dieetfactor die consequent gepaard gaat met een risicoverlaging is de consumptie van groenten, fruit en omega-3 vetzuren’. In de loop der jaren trokken veel wetenschappers krachtig aan de bel, maar een trein die op gang is gekomen, staat niet zomaar stil. Dr. Walter Willett, de hoogleraar humane voeding van Harvard die aan de wieg stond van de huidige ‘magere’ maaltijdschijf, stelde zijn visie onlangs drastisch bij. Tegen het tijdschrift Science Magazine zei hij: “Enorme machten in de samenleving – politici, gezondheidsinstanties, diëtistes, journalisten en niet te vergeten de voedingsindustrie – gaan nog dagelijks voor het vuur voor een onhoudbare hypothese.” Maar hoe kon die ‘onhoudbare hypothese’ überhaupt wortelschieten? Willett vermoedt dat zelfs wetenschappers een naief beeld hebben van wat atherosclerose (‘aderverkalking’) nou precies is. “Het idee dat verzadigd vet de bloedvaten verstopt en dik maakt klinkt zó logisch, dat mensen niet bereid of in staat zijn alle gegevens kritisch te bekijken. Achteraf blijkt het een te simplistische veronderstelling te zijn geweest.” Dr. George Mann, een van ’s werelds vooraanstaandste vetexperts, drukt zich nog scherper uit. “Wie in de jaren ’70 en ’80 het lef had te wijzen op het krakkemikkige wetenschappelijke fundament voor de ‘magere’ consensus, kon naar geld voor onderzoek fluiten. Alleen de allerkoppigsten onder ons durfden openlijk kritiek te blijven leveren. Het was een situatie waarin de mannen zich van de jochies onderscheidden. Maar moed werd geenszins beloond. Ruimte om plausibeler verklaringen te onderzoeken kwam er niet. De industrie had alle fisches ingezet op cholesterolverlaging door middel van linolzuur en medicijnen. Dit is een beschamend voorbeeld van te lang volgehouden ‘wishful science’. De vethysterie is de grootste miskleun in de geschiedenis van de medische wetenschap.”
Is het hartinfarct van alle tijden? Dat is handig om te weten als je wilt bepalen of een verandering in voeding of gedrag er invloed op heeft. Eisenhowers cardioloog Dr Paul Dudley White zei in 1954 in een radio-uitzending: “Ik begon mijn praktijk in 1921 en ik had duvelsgoed geleerd hoe een hartinfarct eruit ziet. Het bestond, maar het was een zeldzaam fenomeen. Het duurde tot 1928 voor ik mijn eerste infarct zag. Vanaf 1930 begon het ziektebeeld snel gebruikelijker te worden. Collega’s in Europa meldden exact hetzelfde patroon.” Hij zei ook: “ Ik twijfel sterk aan het nut en zelfs aan de veiligheid van al die ‘hartvriendelijke’ margarines en olieën. Wat aten de mensen in de hartinfarctvrije dagen? Boter, reuzel, spek, eieren, alles wat de Hartstichting nu verbiedt. Van zonnebloemolie of linolzuur hadden ze nooit gehoord.”
Dudley White werd haastig afgekapt. Later meldde hij daarover: “De uitzending stond in het teken van een campagne van de Amerikaanse Hartstichting en die ontving fondsen van de margarinebranche.” Vijftig jaar later is de logische vraag die hij impliciet opwierp nog even relevant: veroorzaken de ‘hartvriendelijke’ meervoudig onverzadigde vetzuren die kort vòòr de epidemie van hart en vaatziekten deel gingen uitmaken van onze voeding misschien juist hartinfarcten? Dat zou zacht uitgedrukt wrang zijn, want ook wij Nederlanders zijn sinds begin jaren ’60 gebombardeerd met de boodschap dat extra linolzuur absoluut noodzakelijk is. Wie herinnert zich niet de reclamespot met het knipperende voetgangerslicht en het vertrouwenwekkende ‘Goed voor hart en bloedvaten’?
“Ja, véél linolzuur kan hartinfarcten uitlokken,” luidt het droge commentaar van Dr Mary Enig van de Universiteit van Maryland, internationaal gerespecteerd vetzuurspecialist: “Niet alleen hartinfarcten, maar tal van aandoeningen waaraan ontstekingsprocessen en afwijkingen van het immuunsysteem ten grondslag liggen, zoals reuma, astma en kanker. Linolzuur – een zogenoemd omega-6 vetzuur – is essentieel. Je hebt er dagelijks een heel klein beetje van nodig. Maar door de agressieve promotie van goedkope plantaardige vetten is het zwaar oververtegenwoordigd in onze voeding. Essentiële vetzuren zijn de voorlopers van hormoonachtige stoffen die overal in het lichaam het verkeer regelen. Een eindeloos gecompliceerd mechanisme, dat naar behoren functioneert als de vetzuursamenstelling van de voeding in balans is. In te grote hoeveelheden blokkeert linolzuur een enzym dat een rol speelt bij de productie van die hormonale verkeersagenten. Het dwarsboomt een hele keten van mechanismen, waardoor de stollingsneiging van het bloed toeneemt en een sluimerende ontstekingstoestand kan optreden. Ontstekingsmechanismen liggen aan de basis van hart- en vaatziekten. Verder verlamt een onnatuurlijke hoeveelheid linolzuur het immuunsysteem. Zonnebloemolie is nog een poos met succes toegepast bij transplantatiepatiënten. Door het immuunsysteem te verzwakken, worden afstotingsverschijnselen onderdrukt. Helaas verhoogt het ook het risico op een aantal vormen van kanker.”
Volgens de Amerikaanse arts en voedingsfysiologe Dr Artemis Simopoulos heeft het explosief toegenomen gebruik van linolzuurrijke margarines en olieën vooral de verhouding tussen de onverzadigde vetzuren in de war geschopt. “Aan het begin van de vorige eeuw kregen de meeste mensen met hun voeding ongeveer evenveel linolzuur als alfa linoleenzuur binnen,” legt mevrouw Simopoulos uit. “Linolzuur is van het soort omega 6, linoleenzuur van het type omega 3. De ratio omega 6/omega 3 was toen dus ongeveer 1 op 1. Inmiddels krijgen we zoveel extra linolzuur binnen, dat de balans volkomen zoek is. In een land als Nederland wordt zo’n twintig à dertig keer meer linolzuur dan alfa linoleenzuur geconsumeerd. Dat leidt er ondermeer toe dat het bloed eerder klontert, dat mensen dus sneller trombose of een hartinfarct krijgen. Ook kan het ons cholesterol ranzig maken. Ranzig cholesterol is veel gevaarlijker dan ‘schoon’ cholesterol. Mijn onderzoeksgroep heeft bovendien aangetoond dat onze lichaamscellen vanaf een ratio van 4:1, dus vier keer meer linolzuur dan alfa linoleenzuur, minder gevoelig worden voor het bloedsuikerregulerende hormoon insuline. Die toestand, insulineresistentie, kan diabetes tot gevolg hebben, maar is ook op zichzelf een geduchte risicofactor voor een hartinfarct.”
De Nederlandse Hartstichting, die haar enthousiasme voor linolzuurrijke margarines traditioneel niet onder stoelen of banken steekt, verwijst de argumenten van de buitenlandse experts bij monde van mevrouw Ineke van Dis naar het land der fabelen. “Kom nou even. Veertien grote studies hebben onomstotelijk aangetoond dat extra linolzuur het cholesterolgehalte verlaagt. Dus is het goed voor hart en bloedvaten.” Van Dis’ eerste opmerking klopt. Becelsmeerders verlagen hun cholesterol. Een beetje. Maar het effect op zogenoemde ‘harde eindpunten’ – hartinfarcten en sterfte – is niet florissant. Nogal wat grote buitenlandse studies naar het effect van cholesterolverlaging met linolzuur lieten een hogere sterfte zien. Aan kanker, maar in sommige studies ook aan hartinfarcten. Een voorbeeld: in de omvangrijke Nurses Health Study naar de invloed van voeding op de gezondheid was de inname van vier theelepels linolzuurrijke margarine per dag gekoppeld aan een 66 procent hoger risico op een hartinfarct. Een vergelijkbaar ‘paradoxaal’ risico werd gevonden in de WHO European Coronary Prevention Study. Mary Enig noemt ook nog de beruchte Israëlische Paradox. “Er zijn weinig landen waar meer linolzuur wordt gebruikt dan Israël en weinig landen waar hart- en vaatziekten en diabetes type 2 zo alomtegenwoordig zijn. Hetzelfde geldt voor bepaalde vegetarisch levende groepen in India, die pas hartproblemen ontwikkelden toen ze van geklaarde boter overschakelden op zonnebloemolie.”
Ook Nederlandse wetenschappers signaleren voorzichtig dat er iets niet klopt. Dr. Janneke Brouwer, klinisch chemicus aan de universiteit van Groningen, stelde in 1999 in haar proefschrift over de ‘klinische chemie van aderverkalking’ dat de promotie van linolzuurrijke levensmiddelen haar doel voorbij is geschoten. Net als Enig en Simopoulos wees ze erop dat andere essentiële vetzuren, vooral van de soort omega-3, in het gedrang komen. De impact van haar vaststelling bleek in datzelfde jaar tijdens de Lyon Diet Heart Study. Eén groep patiënten werd op het zogenoemde ‘Hartstichtingdieet’ gezet, een andere groep kreeg een voeding met weinig linolzuur, minder rood vlees, veel groene bladgroenten en vis en een omega-3 rijke, op basis van raapzaadolie (enkelvoudig onverzadigd, net als olijfolie) vervaardigde margarine. De cholesterolprofielen van beide groepen bleven exact gelijk, maar al na vier maanden tekende zich een verschil af van een heel andere orde. In de groep met het ‘Hartstichtingdieet’ begonnen zich fatale hartaanvallen voor te doen, in de linolzuurbeperkte ‘omega-3 groep’ niet. Met elke maand die verstreek, werd het verschil in overleving groter en na twee jaar besloten de onderzoekers het experiment af te breken om ook de onfortuinlijke controlegroep van het onmiskenbare effect te laten profiteren.
Is de op koolzaadolie gebaseerde, linolzuurarme ‘wondermargarine’ die in Lyon kennelijk levens redde in Nederland te koop? Nee. Dr Ir Gert Meijer van Unilevers Health Institute zegt dat er niet voldoende bewijs is dat een margarine met weinig linolzuur en relatief veel alfa linoleenzuur de gezondheid van de consument ten goede komt. “Er worden uit het Lyon Diet Heart project helaas veel conclusies getrokken van het soort ‘lange halen, snel thuis’. Die mensen kregen niet alleen koolzaadoliemargarine, ze aten ook meer vis, minder rood vlees, meer peulvruchten, namen ’s avonds een wijntje, noem maar op. Je kunt onmogelijk zeggen dat de gunstige effecten puur een gevolg waren van de margarine.” De leider van de studie, Dr. Michèl de Lorgeril, is het daar niet mee eens. In de conclusie van zijn studie schrijft hij dat het verschil in hartaanvallen en sterfte, gezien de identieke cholesterolniveaus in beide groepen, alleen kan worden toegeschreven aan de verbeterde balans tussen omega 6 en omega 3. “Het was de enige factor in het bloed die verschilde,” aldus De Lorgeril, die vervolgens verwijst naar een dozijn kleinere studies die eenzelfde effect hebben laten zien. Meijer: “Unilever blijft er bij dat het bewijs daarvoor flinterdun is. De consensus is dat de meeste mensen nog altijd wat te weinig linolzuur binnenkrijgen. Je hebt altijd wetenschappers die van de consensus afwijken. Enig en Simopoulos zijn ‘believers’. Als we zulke hittepetitten serieus zouden nemen, zouden we geen stap vooruit komen. Overigens hebben we de vetzuursamenstelling van onze producten wel degelijk iets aangepast. Becel Pro Aktiv bevat nu bijvoorbeeld naast linolzuur ook wat alfa linoleenzuur.”
Het woord is gevallen: ‘consensus’. Meijer zegt dat alle serieuze wetenschappers vinden dat de linolzuur die zijn broodheer aan de man brengt, goed is voor hart en bloedvaten en dat iedereen er eigenlijk nog wat meer van zou moeten eten. Maar in een redactioneel commentaar in het vakblad Circulation schreef de vooraanstaande cardioloog en vetzuursprecialist Dr Alexander Leaf al in 1999: ‘Het is inmiddels boven iedere twijfel verheven dat zowel het aantal hartinfarcten als de totale sterfte alleen daalt (…), wanneer de inname van linolzuur wordt teruggebracht’. Is deze autoriteit ook zo’n ‘hittepetit’? Volgens Dr Janneke Brouwer is er iets heel anders aan hand. Unilever Nederland zou liever niet hebben dat de grote voordelen van een op koolzaadolie gebaseerde, linolzuurarme margarine breed bekend worden.
Brouwer was zijdelings betrokken bij MARGARIN, een Nederlandse poging om met de in Lyon gebruikte methode de relatief hoge sterfte aan hart- en vaatziekten in Oost-Groningen omlaag te krijgen. De onderzoekers vroegen om dezelfde margarine die in Lyon was gebruikt – met veel alfa-linoleenzuur en slechts heel weinig linolzuur – maar Unilever weigerde dat, aldus Brouwer. Unilever wilde best een margarine leveren met extra alfa-linoleenzuur, maar op voorwaarde dat het smeersel óók veel linolzuur zou bevatten. “Veel linolzuur verdringt in het lichaam alfa-linoleenzuur, dus kon op basis van reeds beschikbaar onderzoek worden verwacht dat de resultaten zouden tegenvallen,” zegt ze. De wetenschappers protesteerden heftig, maar stonden machteloos. En inderdaad, het MARGARIN project mat slechts een bescheiden effect. Het klinkt als een overtrokken complottheorie. Dus de mensen van MARGARIN maar eens benaderd. Dr Ir Wanda Bemelmans, destijds onderzoeksleider van het project en tegenwoordig hoofd epidemiologie bij het Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), ontkent het verhaal niet, maar weigert nader commentaar. Ze verwijst naar haar toenmalige mentor en mede-auteur, de inmiddels gepensioneerde Groningse huisartsenopleidster Prof Dr Betty Meyboom-De Jong. Die laat op haar beurt nogal geërgerd weten zich de details van het MARGARIN project niet meer goed te kunnen herinneren.
Een duidelijker bevestiging mag je van geintimideerde wetenschappers niet verwachten. Waarom weigert een multinational onafhankelijke onderzoekers het instrument te leveren waar ze om vragen? Vindt Unilever het, na decennia van massieve linolzuurpromotie in Nederland, misschien pijnlijk als zou blijken dat juist met een linolzuur-arme margarine een spectaculaire gezondheidswinst kan worden geboekt? Is er een economisch belang? Becel wordt gemaakt van linolzuurrijke vetbronnen als sojabonen, zonnebloempitten en mais. Heeft het concern mogelijk nog aantrekkelijke contracten lopen met leveranciers van dergelijke spotgoedkope bulk? In dat geval zou een margarine op basis van een ‘nieuwe’ grondstof (koolzaad is volgens cijfers van de EU duurder) vooralsnog wat minder winst genereren. “Rabiate nonsens,” reageert Gert Meijer. “Als we in een product geloven, brengen we het op de markt. En als de productiekosten hoger zijn, berekenen we die gewoon door aan de consument. Nogmaals, de science is niet hard genoeg.”
“De rol van linolzuur en alfa linoleenzuur bij het ontstaan danwel de preventie van hartinfarcten is momenteel een hot item in de wetenschap,” erkent Prof Dr Ir Daan Kromhout, internationaal gerespecteerd epidemioloog en directeur van het RIVM. Kromhout droeg bij aan de bekende Zeven Landen Studie en verrichtte baanbrekend onderzoek naar het beschermende effect van met name visvetzuren. “Veel pleit voor een advies om de consumptie van omega-3 vetzuren te verhogen. Maar wie beweert dat de inname van linolzuur omlaag moet, begeeft zich op glad ijs. Daar bestaat geen consensus over.” Dat valt te bezien. De Zweedse equivalenten van onze Hartstichting en ons Voedingscentrum waarschuwen duidelijk voor de gevaren van te veel linolzuur. Ze baseren zich op dezelfde, eenduidige literatuur. Het verschil is dat ze volledig met belastinggeld worden betaald en geen banden onderhouden met ‘belanghebbende derden’, zoals margarineproducenten. Japan moet in ogen van Kromhout helemààl vloeken tegen de gemaakte ‘afspraken’. Vetzuurspecialist Dr Harumi Okuyama: “Wij adviseren onze bevolking nadrukkelijk om meer omega-3, maar vooral ook minder linolzuur te gebruiken. Terugkeer naar traditioneel Japanse eetgewoonten is absoluut noodzakelijk als wij typisch westerse aandoeningen als aderverkalking, allergieën en sommige kankers willen voorkomen. De grote studies suggereren dat hartinfarcten eerder worden veroorzaakt door te veel linolzuur dan door een verhoogd cholesterol.”
Voor wie twijfelt en niet wil wachten tot internationaal aanvaarde onderzoeksgegevens resulteren in nieuwe Nederlandse adviezen – een proces dat kennelijk deels wordt aangestuurd vanaf Beursplein 5 – heeft Dr Simopoulos enkele eenvoudige tips om een eventueel ongunstige vetzuursamenstelling van de voeding in evenwicht te brengen:
*Vermijd olieën en vetten met meer dan 30 procent linolzuur, zoals zonnebloemolie, maisolie en de meeste dieetmargarines.
*Gebruik olijfolie, kokosnootolie of koolzaadolie in je keuken (in landen als Duitsland, Frankrijk, Zweden en Finland zijn nauwelijks nog linolzuurrijke margarines te koop) en wees niet al te bang voor echte boter.
*Eet geregeld groene bladgroenten. Vooral postelein (een onkruid!) bevat relatief veel van het gewenste alfa linoleenzuur.
*Eet vaker vette vis, zoals haring of makreel. Visolie bevat de omega-3 vetzuren in de vorm waarin het lichaam ze wil hebben. Oudere mensen hebben meer moeite om het plantaardige alfa linoleenzuur om te zetten.
De idiote weg van een artikel
Bovenstaand artikel over de mogelijk averechtse gezondheidseffecten van ‘hartvriendelijke’ margarines met veel linolzuur werd in het voorjaar van 2004 geschreven in opdracht van een groot Nederlands tijdschrift. De auteur stuurde de tekst zoals het hoort naar zijn bronnen bij margarineproducent Unilever, om hen de mogelijkheid te geven citaten te corrigeren. Hij hoorde niets meer. In plaats daarvan werd de redactie van betreffend tijdschrift door Unilever en de Nederlandse Hartstichting benaderd met het ‘dringende advies’ het artikel niet te plaatsen. De redactie werd ook gebeld door Patricia Schutte van het Voedingscentrum. Ook zij drong er op aan ‘het artikel van Meijer’ niet te plaatsen, omdat de inhoud niet zou kloppen. Het Voedingscentrum is tijdens de research nooit benaderd en de auteur heeft zijn tekst nooit naar het Voedingscentrum gestuurd.
Het artikel is uiteindelijk niet gepubliceerd. Door de auteur benaderde Kamerleden reageerden niet, waarschijnlijk omdat de materie voor hen te ingewikkeld is.
Op 1 januari 2005 werd bekend dat Becel Pro Aktiv deels wordt vergoed door zorgverzekeraar VGZ.
Korte samenvatting:
*Veertig jaar propaganda ten spijt is nooit wetenschappelijk aangetoond dat verzadigd vet atherosclerose en hart- en vaatziekten veroorzaakt.
*Margarinefabrikant Unilever houdt ons sinds midden jaren ’60 voor dat we verzadigd vet zoveel mogelijk moeten vervangen door onverzadigd vet, vooral door het cholesterolverlagende linolzuur. Hierdoor zou het risico op hart- en vaatziekten worden verminderd. Bij het verspreiden van deze boodschap wordt de industrie geholpen door de Nederlandse Hartstichting en het Voedingscentrum.
*Wetenschappelijk onderzoek wijst sinds midden jaren ’80 uit dat de westerse bevolking juist te véél linolzuur binnenkrijgt en dat dit leidt tot een cascade van ongunstige fysiologische reacties. Daardoor ontstaat ondermeer een verhoogd risico op juist hartinfarcten. Amerikaanse, Franse en Japanse experts waarschuwen daarom voor het gebruik van extra linolzuur.
*Unilever – producent van het linolzuurrijke Becel – noemt deze autoriteiten bij monde van een woordvoerder ‘hittepetitten’. Ook de Nederlandse Hartstichting, promoter van Becelproducten, doet het onderzoek van deze experts af als ‘niet relevant’.
*Linolzuur concurreert in het lichaam met een ander vetzuur: alfa linoleenzuur. Van alfa linoleenzuur is onomstotelijk aangetoond dat het fatale hartinfarcten voorkomt. De meeste mensen krijgen te weinig alfa linoleenzuur. Door veel linolzuur te consumeren, wordt hun relatieve gebrek aan alfa linoleenzuur nog groter.
*Unilever lijkt een Nederlandse studie naar het beschermende effect van alfa linoleenzuur te hebben gemanipuleerd. Het bedrijf weigerde Groningse onderzoekers een margarine met weinig linolzuur te verschaffen. Op die manier bleef het schadelijke effect van extra linolzuur – dat in buitenlandse studies reeds was aangetoond – onder de radar. Auteur: Melchior Meijer
Cholesterol medicijnen kunnen geheugenverlies veroorzaken.
Dr. Julian Whitaker over Statines en Geheugenverlies
Waarom Statines Slecht zijn voor de Hersenen …door Julian Whitaker, M.D.
Een professor in zakelijk recht en computerwetenschappen die met pensioen gegaan was nam Zocor om zijn cholesterol naar beneden te brengen en werd gediagnosticeerd met een zeer progressieve vorm van, waarschijnlijk, Alzheimer. Het kwam zo ver dat hij moeite had een conversatie te voeren en mensen te herkennen die hij 20 jaar lang gekend had en langdurige zorg hing boven zijn hoofd. Nadat hij hoorde over het verband tussen statines en geheugenverlies stopte hij met het nemen van Zocor en gedurende de maanden die volgden kwam zijn cognitieve functie terug tot normaal!
Een succesvolle, 50-jarige zaakeigenaar begon met het nemen van Lipitor in 1998. Binnen drie jaar was hij een wrak door pijn en zwakte, en zijn geheugen en concentratie waren zo slecht dat hij gedwongen werd zijn zaak te sluiten. Ofschoon hij wel wat is opgeknapt nadat hij gestopt is met Lipitor, heeft hij nog steeds ernstige cognitieve problemen!
Toen ze houtstukken in haar entree verspreid zag liggen en vreemde voetafdrukken in de sneeuw, en een bord dat gedeeltelijk was leeggegeten in haar keuken was een 69 jaar oude vrouw ervan overtuigd dat er iemand in haar huis had ingebroken. De volgende dag realiseerde ze zich dat de voetafdrukken van haar zelf waren maar ze was absoluut vergeten wat er gebeurd was. Nadat een beroerte, bloedproppen of andere oorzaken een paar dagen later waren uitgesloten in een ER werd haar verteld dat ze geleden had aan een tijdelijk geheugenverlies of wel een TGA door onbekende oorzaak. Ze was vier maanden eerder begonnen met Lipitor!
Een vrouw rapporteert, “Mijn man gebruikt al jaren Lipitor en ik/we hebben opgemerkt dat zijn geheugen en focus meer en meer achteruit zijn gegaan. Er is ons verteld dat er geen bewijs is dat Lipitor dit kan veroorzaken. Ik heb mijn man zien veranderen van iemand die Harvard Business School heeft afgerond en die in vier uur meer kon presteren dan de meesten in 4 dagen, in iemand die al een TGA heeft gehad en die in de twee jaar daarna nog vergeetachtiger is geworden en niet meer in staat een taak te volbrenghen en die het besef van tijd kwijtraakt.
Statines’ tweede, meest algemene bijwerking…
Dit zijn geen zelden voorkomende bijwerkingen. Na spierpijnen en spierzwakte zijn cognitieve problemen de meest voorkomende bijwerkingen van Lipitor, Zocor, Pravachol, Mevacor, en andere cholesterol verlagende medicijnen. Honderden gevallen van geheugenverlies en TGA die ontstaan zijn door statines zijn bij MedWatch, het systeem voor het aangeven van bijwerkingen van medicijnen van de FDA, gerapporteerd. En deze zijn slechts de top van de ijsberg.
Dat komt omdat mensen die statines gebruiken meestal niet het een met het ander in verband brengen. Ze worden niet voldoende gewaarschuwd voor deze bijwerkingen door de etiketten en bijsluiters van deze medicijnen en ze horen er ook niet over op TV en in de kranten.
Artsen vertellen hen er ook niet over, grotendeels omdat ze het zelf ook niet weten.
Dokters: Weet ik niet, vertel ik niet!
Neem bijvoorbeeld Lipitor, het beste verkochte medicijn in de V.S.. Het repertorium voor artsen bevat verwoordingen voor het potentieel voor levertoxiciteit, spierpijnen, en zwakte. Er wordt echter nergens gesproken over de cognitieve bijwerkingen van Lipitor. Slechts een woord “amnesie” wordt genoemd in een lange lijst van bijwerkingen waarvan wordt verondersteld dat zij slechts in minder dan 2% van de patiënten zijn waargenomen.
En in de klinische studies van de medicijnen- die vrijwel allemaal betaald worden door de farmaceutische bedrijven – worden de voordelen sterk benadrukt en de slechte bijwerkingen gebagatelliseerd. Om het nog erger te maken, opinieleiders van regering en cardiologie zijn zo in beslag genomen door geldzaken dat ze de duidelijke rode vlaggen negeren.
Zonder dit bewustzijn zullen artsen en patiënten veel eerder het verminderde geheugen en de black-outs toeschrijven aan dementie, beroerte of gewoonweg het ouder worden dan aan de effecten van cholesterolverlagende medicijnen.In feite zal een arts bijna altijd geheugenklachten van een patiënt, die met medicijnen in verband staan buiten beschouwing laten.
Gelukkig komt er steeds meer bekendheid dankzij mensen als de vroegere astronaut Duane Graveline, MD, MPH, en onderzoeker Beatrice Golomb, MD, PhD.
Lipitor veroorzaakte volledige amnesie (Geheugenverlies)
In 1999 werd Dr. Graveline op Lipitor gezet om zijn matig verhoogde cholesterol naar beneden te brengen. Zes weken later kwam zijn vrouw hem tegen terwijl hij ronddwaalde bij hun oprit. Hij was niet in staat haar noch zijn omgeving te herkennen. Ze slaagde erin hem naar zijn dokter te krijgen die perplex stond van deze aanval van ernstig geheugenverlies die na een paar uur weer voorbij ging. Dr Graveline, die in buitengewoon goede gezondheid verkeerde, had een vermoeden dat Lipitor erbij betrokken was omdat hij er net mee begonnen was en dit het enige medicijn was dat hij gebruikte. Zijn dokter nam zijn vermoedens niet serieus en raadde hem een jaar later weer aan om Lipitor te gaan gebruiken. En ja hoor, hij kreeg weer een episode van TGA, deze duurde 12 uur.
Ondanks de ontkenning van zijn arts was Dr Graveline ervan overtuigd dat Lipitor zijn problemen had veroorzaakt. Toen hij de studie over statineffecten tegenkwam die geleid werd door Dr. Golomb van de Universiteit van Californie, San Diego, werd hij in het gelijk gesteld. Dr. Golomb had sinds 2000 rapporten van patiënten verzameld die veranderingen hadden gehad in hun denken, stemming en gedrag terwijl ze aan de statinmedicijnen waren.
Ik heb recentelijk Dr. Golomb op mijn radioshow geïnterviewd en hij vertelde mij dat artsen mogelijk niet de associatie maken tussen geheugenproblemen en statinegebruik – of de tijd nemen om vervelenden bijwerkingen te rapporteren – patiënten die proberen om de oorzaak van hun problemen te achterhalen hebben er wel grote interesse in om dat te doen. Tot op heden heeft hij meer dan 4000 rapporten ontvangen van cognitieve disfunctie – sommigen zelfs zo ernstig dat ze gediagnosticeerd werden als zeer progressieve Alzheimer.
Toen Dr. Graveline zijn ervaringen openbaar maakte werd hij ook overspoeld met rapporten van statinegerelateerde amnesie, vergeetachtigheid, desoriëntatie en andere geheugenproblemen. Zijn website en forum bevatten bijna 10.000 verhalen van statinschade plus een boel informatie over de bijwerkingen van deze medicijnen.
Hoe statines de hersenen beschadigen!
Als je er goed over nadenkt dan is het overduidelijk dat deze medicijnen op een zeer schadelijke wijze de cognitiviteit beïnvloeden. Je hersenen bevatten een overvloed aan cholesterol waarvan zich veel in de myeline schedes bevindt die de neuronen isoleren en de zenuwgeleiding versnellen. Recent onderzoek toont aan dat cholesterol ook nodig is voor de synapsen in de gebieden tussen neuronen waar zenuwimpulsen overgedragen en ontvangen worden. Cholesterol is in feite zo belangrijk dat het in de gliale cellen van de ondersteunende weefsels van de hersenen gemaakt wordt.
Het intomen van de synthese van zo’n belangrijke stof heeft een onontkoombaar nadeel. Zelfmoord en gewelddadig gedrag worden in verband gebracht met lage cholesterollevels. Data van de nog in gang zijnde Framingham Heart Study laten zien dat oudere mensen met een laag totaal cholesterol (onder 200) vaak veel minder presteren bij testen van mentale functie dan mensen met een hoog cholesterol ( boven 240).
Deze medicijnen beschadigen de hersenen ook op andere manieren. Zoals je misschien weet is de enzymepathway, die door statines wordt verstoord om cholesterol te onderdrukken ook betrokken bij de synthese van coenzyme Q10, dat nodig is bij de energieproductie in de mitochondrieën van de cellen. Wanneer je dat enzym onderdrukt gaat het cholesterol naar beneden maar ook het Q10 level – bij sommige patiënten wel tot 50%.
Lage CoQ10 Levels = Slecht Nieuws
De hersenen, het hart en de spieren van het skelet zijn de meest gulzige gebruikers van energie en het is dus logisch dat deze systemen het meest acuut aangetast worden door inadequate voorraden Q10. Tekorten aan deze essentiële stof liggen ten grondslag aan spierproblemen en hartfalen die zo vaak in verband gebracht worden met statines. Het is hoog tijd dat we erkennen dat de depletie van Q10 ook een factor is in cognitieve dysfunctie en andere neurologische consequenties van deze medicijnen.
Statines tasten klaarblijkelijk ook tau aan, een eiwit dat door de hersencellen gemaakt wordt en dat helpt hun structuur te behouden. Abnormale taueiwitten bevorderen de formaties van een neurofibrillaire wirwar die verschijnen in de hersenen van patiënten met Alzheimer. Abnormaliteiten in taueiwitten worden ook in verband gebracht met andere neurodegeneratieve aandoeningen, inclusief Parkinson en amyotrofische laterale sclerose (ALS, of Lou Gehrig’s disease). Onder de duizenden verhalen van patienten heeft DR. Graveline een verontrustend aantal verzameld van deze en andere ernstige neurologische problemen. Hij, ik, en met ons vele anderen, geloven dat de relatie met cholesterolverlagende medicijnen duidelijk en ondubbelzinnig is.
Meer redenen om geen statines te nemen.
Behalve de ernstige bijwerkingen – cognitieve problemen, spierpijn en spierzwakte, vermoeidheid , leverfalen en zelfs hartfalen – werken deze medicijnen gewoonweg niet. Ja, ze verlagen het cholesterol maar cholesterol verlagen moet niet een doel op zichzelf zijn maar eerder een manier om het risico op een hartinfarct en dood door hartziekte te verkleinen. In dit opzicht falen statines significant.
Geen enkele studie laat zien dat statines een voordeel zijn voor vrouwen. Geen enkele!!! Het grootste klinische onderzoek van statines bij vrouwen onthulde dat zij die Liptor namen in feite 10% MEER hartaanvallen hadden dan vrouwen die een placebo namen. Eveneens is er geen enkel onderzoek dat suggereert dat deze medicijnen hartaanvallen voorkomen of het leven van iemand boven de 70 – mannen of vrouwen – verlengen inclusief degenen die een hoog risico lopen op hartziekte.
Hetzelfde geldt voor jongere mannen die een hoog cholesterol hebben maar geen andere belangrijke risicofactoren voor hartziekte. Statins helpen gewoon niet! In feite vormen equivalente toename in dood en ziekte door andere oorzaken tegenwicht tegen potentiële cardiovasculaire voordelen. Toch nemen miljoenen laagrisico mannen, oudere mannen, en vrouwen van alle leeftijden deze medicijnen.
De ENIGE mensen die ooit in klinische trials aangetoond hebben voordeel van deze medicijnen te hebben zijn mannen van middelbare leeftijd met een hoog risico op een hartaanval (hoog risico wordt gedefinieerd door het hebben van een bestaande aderverkalking, diabetes, ziekte van de vaten naar de hersenen of extremiteiten, of twee of meer risicofactoren zoals hypertensie en roken). Maar zelfs voor deze groep zijn er veel veiligere en effectievere manieren om het risico te verlagen dan deze zeer gevaarlijke medicijnen!
Verborgen gevaren van cholesterolverlagende medicijnen
Als een ex-chemist ben ik er getuige van geweest hoe bijwerkingen van medicijnen verborgen worden voor patiënten en doktoren door de grote farmaceuten. Cholesterol verlagende medicijnen zoals Lipitor, Crestor, Pravachol, Zocor en Mevacor dienen als krachtige voorbeelden.
* Cholesterol verlagende medicijnen verlagen de CoQ10 levels in het hart. Dit essentiële nutriënt dient als een energie producerend molecuul en is cruciaal voor een goede cardiovasculaire functie. Zonder dit faalt het hart. Congestief hartfalen is het resultaat. Dit werd benadrukt toen Merck, de makers van het eerste cholesterolverlagende medicijn patent aanvroeg voor zijn winsttrekkende “Mevacor”.
* Cholesterolverlagende medicijnen kunnen ook het geheugen verwoesten. Cholesterol werkt om de ongeschondenheid van de myeline schede te waarborgen. Deze coating in de hersenen is verantwoordelijk voor het doorgeven van elektrische boodschappen. Het is nodig voor geheugen en focus. Wanneer de cholesterolverlagende medicijnen het cholesterol opmaken, valt de myeline schede uiteen. Het geheugen wordt slechter.
* Cholesterolverlagende medicijnen kunnen het risico op kanker verhogen. Studies tonen aan dat ze een groeifactor nabootsen die verantwoordelijk is voor de snelle verspreiding van kanker. De groeifactor staat bekend als VEGF (vascular endothelial growth factor). VEGF is “kanker meststof”. Zo creëren gebruikers van cholesterolverlagende medicijnen een omgeving in hun lichaam die de groei van kanker geleidt.
* Het feit dat cholesterolverlagende medicijnen mogelijk kanker kunnen veroorzaken zal nooit de heersende opinie worden. Studies die gefinancierd worden door de farmaceutische industrie zijn gemakshalve kort van duur, in het algemeen 5 jaar of minder. Het duurt tientallen jaren om kanker te ontwikkelen. Zwaar roken zal geen longkanker veroorzaken binnen 5 jaar. Toch is het een welbekend feit dat roken tot longkanker leidt. Zo lang de testen voor cholesterolverlagende medicijnen maar 5 jaar duren zal deze bijwerking onder de radar blijven. Een toevalligheid?
* Bijwerkingen van cholesterolverlagende medicijnen worden door veel doctoren terzijde geschoven omdat ze meestal verborgen worden door de bedrijven die voor de onderzoeken betalen.
* Bedenk eens: Het British Medical Journal (BMJ) heeft gerapporteerd dat slechts 30% van de onderzoeken van statines ( cholesterol verlagende medicijnen) het aantal deelnemers met één of meer negatieve bijwerkingen, die door het medicijn waren veroorzaakt, heeft vermeld.
* Volgens USA Today, zendt de regering van de US ook geen waarschuwingssignalen uit. Ze rapporteerden, “Statines hebben meer mensen gedood en verwond dan de regering heeft toegegeven.”
* Gelukkig hoeven we niet afhankelijk te zijn van cholesterol verlagende medicijnen om hartziekte te voorkomen. Studies tonen aan dat cholesterol geen rol speelt bij deze wereldwijd verspreide moordenaar. In tegendeel, cholesterol lijkt het leven te verlengen. Hier zul je mee moeten worstelen; het is in tegenstelling tot wat farmaceutische industrieën en doctoren promoten. Maar het is toch waar. In 2003 toonde het Journal van de American Geriatrics Society aan dat ouderen met een laag totaal cholesterol ( < 189 mg/dl) een relatief hoger risico liepen te overlijden dan ouderen met cholesterollevels tussen de 276 en 417 mg/dl!
* Tenslotte is hartziekte geen ziekte van hoog cholesterol. Als cholesterol de boosdoener was zou deze alomtegenwoordige substantie de gehele 161000 km volwassen aders, slagaders en capillaire vaten dicht doen slibben. In plaats daarvan wordt hartziekte 90% van de keren veroorzaakt door de vernauwing van de spaghettiformaat coronaire slagaders. De rest van de slagaders, aders en capillaire vaten die het lichaam voeden blijven perfect gezond ondanks het feit dat ze rijk zijn aan cholesterol en vet. Deze observatie alleen al maakt dat de cholesteroltheorie van hartziekte verouderd is.
* De wetenschap heeft grote stappen gedaan in het identificeren van de ware oorzaak van hartziekte – ontsteking. Ontsteking die tot hartziekte lijdt is typisch het resultaat van voedingstekorten en slechte levensgewoontes. Door te werken aan het voorkomen van ontsteking door goede voeding te gebruiken kun je hartziekte voorkomen. Dan heb je meer tijd om met familie door te brengen, naar de zonsopgang te kijken, te fietsen of te kajakken.
Referenties
Ravnskov, Uffe. Statins as the new aspirin. Letters. British Medical Journal. 2002; 324:789 (30 March).
Law, M.R. et al. Quantifying effect of statins on low-density lipoprotein cholesterol, ischaemic heart disease, and stroke: systematic review and meta-analysis. British Medical Journal. 2003 June 28; 326 (7404): 1423.
Sternberg, Steve. USA Today. 08/20/2001.
Bron: Eye Opener
Cholesterol en statinesTips om Cholesterol op een Natuurlijke Wijze te Verlagen
Wanneer je besluit op cholesterolverlagende middelen te gaan gebruiken in plaats van het onderliggende probleem aan te pakken dan stop je niet alleen het natuurlijke genezingsproces maar dan stel je jezelf ook bloot aan medicijnen die afgeladen zijn met bijwerkingen – waarvan niet de minste is dat je lichaam ontdaan wordt van Coenzyme Q10 hetgeen lijdt tot vermoeidheid, spierzwakte, pijn en tenslotte hartfalen.
Commentaar van Dr. Mercola:
Toen ik voor het eerst met mijn praktijk begon in de 80-er jaren was ik al geïnteresseerd in preventieve medische wetenschap en ik liet bij bijna iedere patiënt die bij mij kwam cholesterol prikken. Bij een groot aantal van deze mensen vond ik dat ze verhoogde cholesterolwaarden hadden. Maar tot mijn verrassing namen een flink aantal van hen de resultaten mee naar hun oude doktoren (ongetwijfeld omdat ik de nieuwe arts was) die hen geruststelde dat hun waarden normaal waren.
Wel, het probleem was dat de reikwijdte van “normaal” nog steeds misleidend waren en zijn omdat ze de maat zijn voor wat het gemiddelde is – gebaseerd op voornamelijk zieke mensen.
Het is belangrijk je te realiseren dat er een groot verschil is tussen gemiddelde en gezonde cholesterolwaarden. Het is hetzelfde als wat we nu zien in onderstaande video:
Vandaag zien we echter dat, in relatie tot cholesterol, de maatwijzer de andere kant op is gegaan waarbij steeds lagere cholesterolwaarden aanbevolen worden, hetgeen op de eerste plaats te wijten is aan de aanzienlijke invloed van de medicijnindustrie.
Profijt, niet gezondheid, is de drijvende factor achter de huidige cholesterol aanbevelingen
De farmaceutische industrie begreep heel snel hoe groot de markt was die ze konden veroveren met cholesterolverlagende medicijnen (cholesterol lowering drugs.) En ze konden dit heel efficiënt doen met een medicijn dat je jarenlang in zou moeten nemen, en dat, voor het grootste deel, niet toxisch of gevaarlijk genoeg was om je snel te doden.
Cholesterolverlagende middelen (statines) genereren nu profijten van tegen de tientallen biljoenen dollars per jaar.
Ze waren ook in staat om hun marketinginspanningen nog te vermenigvuldigen door experts in de medische gemeenschap te kiezen en hen te benoemen tot regeringscommissies die ervoor zorgen dat aanbevelingen aangenomen worden door bijna de gehele medische- en gezondheidsgemeenschap.
Bij het laatste National Cholesterol Education Program team van de regering in de V.S. zaten negen artsen en acht van hen hadden duidelijke, directe bindingen met de medicijnenindustrie. In het bijzonder met bedrijven die dit soort medicijnen maken. Als resultaat daarvan herzag het team de nationale richtlijnen. Ze adviseerden aan hen die een risico op hartziekte lopen om te proberen hun LDL (het zg. “slechte” cholesterol) tot zeer lage waarden te brengen.
Voor 2004, werd een 130 LDL (= 130 : 39 mmol/l = ong 3,33) cholesterolwaarde als gezond beschouwd. De aanbevolen, geupdate waarden waren echter minder dan 100 (= ong 2,6 mmol/l), of zelfs minder dan 70 (= ong. 1,8 mmol/l) voor alle patiënten met een zeer hoog risico.
Om deze onacceptabele en gevaarlijke waarden te bereiken moet je veel choleatrolverlagende medicijnen gebruiken. Dus de richtlijnen versterken meteen de markt voor deze gevaarlijke medicijnen. Begrijp alsjeblieft dat niet de hele waarheid over cholesterol aan je verteld werd. Wat je te horen krijgt van de meeste conventionele gezondheidswerkers is eerder slim verdraaide markthandel.
Cholesterol is niet de slechterik zoals men je wel wil laten geloven!
Cholesterol is essentieel en cruciaal voor een brede variëteit van lichaamsfuncties.
Het is een intergraal deel van je celmembranen en het is ook de voorganger of precursor die je lichaam gebruikt om steroïde hormonen van de maken – waarvan vitamine D er een is. Je huid bevat cholesterol en wanneer UVB stralen van de zon de huid bereiken converteert je huid die vorm van cholesterol naar vitamine D3, hetgeen dan door het bloed wordt vervoerd. Je lichaam converteert het dan verder naar de actieve vorm van vitamine D. Maar dat is niet alles. Wanneer je cholesterolwaarden te laag worden vinden er een groot aantal negatieve gebeurtenissen plaats in je lichaam.
De risoco’s van laag cholesterol
Cholesterol is ook essentieel voor optimale gezondheid van je hersenen. Het helpt bij de formatie van je herinneringen en is vitaal voor neurologische functie. Laag cholesterol wordt in feite in verband gebracht met een variëteit van neurologische problemen, inclusief geheugenverlies.
Te weinig van deze stof leidt ook tot:
· Toename van je risico op depressiviteit
· Toename van je risico op suïcide neigingen
· Mogelijk gewelddadig gedrag en agressie
· Toename van je risico op kanker en de ziekte van Parkinson
Wat is te hoog?
Persoonlijk geloof ik dat alles boven de 330 (= ong. 8 mmol/l) waarschijnlijk te hoog is. Maar een andere krachtige manier om vast te stellen of je een risico loopt op een ongezond cholesterolmetabolisme is om de verhouding tussen HDL of “goed” cholesterol en je totale cholesterol te checken.
Je HDL percentage is een zeer potente risicofactor voor hartziekte.
Deel eenvoudig je HDL waarde op je totaal cholesterol. Ideaal gesproken zou het percentage boven de 25% moeten liggen. Over het algemeen is hoe hoger hoe beter, omdat er geen bekende bijwerkingen zijn van het hebben van een te hoog goed cholesterol. Wanneer je ratio tussen de 15-20% valt dan loop je misschien een risico, en beneden de 10% is dat een indicator van je risico op hartziekte.
Hoe behandel je effectief en veilig hoog cholesterol?
Gelukkig zijn er eenvoudige basis-strategieën die kunnen helpen je cholesterol te reguleren. Realiseer je op de eerste plaats alsjeblieft dat het eenvoudig verlagen van je cholesterolintake van je dieet geen effectieve primaire strategie is.
Waarom?
Omdat 75% van je cholesterol door je lever geproduceerd wordt, hetgeen beïnvloed word door insulinelevels. Daarom zul je cholesterolwaarden reguleren wanneer je insulinelevels optimaliseert. Een van de meest krachtige manieren om dat te doen is door lichaamsoefeningen en door aandacht te schenken aan het voedsel dat je eet. Voeding die insulinelevels verhoogt zullen ook bijdragen tot hoog cholesterol omdat je lever daar dan meer van gaat aanmaken.
Hier zijn mijn primaire aanbevelingen voor het veilig verlagen en reguleren van cholesterol-waarden:
Zorg voor voldoende lichaamsbeweging
Reduceer granen en suikers in je dagelijks dieet.
Eet dagelijks een flinke portie rauw voedsel
Zorg voor een goede hoeveelheid omega-3 vetzuren uit dierlijke bron.
Gebruik hiervoor krillolie of een goed en zuiver visoliesupplement.
Vermijd veel roken en alcohol
Werk aan je emotionele problemen.
Ik heb tussen de 20-30.000 patiënten behandeld en ik heb slechts vijf mensen gevonden die niet reageerden op de aanwijzingen die ik hier gegeven heb. In deze gevallen hadden ze waarschijnlijk een conditie die familiairehypercholesterolemia genoemd wordt.
Het is uiterst zeldzaam en treft slechts één in de 1000 mensen die aan de cholesterolverlagende medicijnen zijn, maar voor die mensen zou er misschien wat voordeel kunnen zijn van het nemen van een statine. Sommigen hebben me gevraagd over rode rijst extract en er is wat verwarring over dat onderwerp. Begrijp wel dat rode rijst ook een statine is met hetzelfde mechanisme van actie als dat van andere statines, ofschoon het zelfs zonder recept te koop is. Het verschil is dat dit een natuurlijk product is en de andere statines kunstmatig zijn samengesteld.
De cholesterol uitdaging van mijn buurman heeft hem bijna gedood.
Op 5 juni belde mijn buurman me op en vroeg me of we tennis konden spelen. We tennisten regelmatig voor de tijd dat ik 2 jaar geleden verhuisde. Hij versloeg me altijd achter elkaar ondanks zijn leeftijd van 70 jaar, hij was erg goed in het plaatsen van de bal. Welnu, toen we deze keer tennisten was het een beetje anders.Hij was veel langzamer en ik kon de ballen gemakkelijk langs hem heen slaan. Deze keer won ik in één keer. Hij was dan wel 2 jaar ouder maar dat kon nooit de oorzaak zijn voor zijn verminderde tennisspel.
Na onze wedstrijd legde hij uit dat hij nu de hele tijd moe was omdat zijn dokters hem op Zocor gezet hadden. Dom genoeg gaven ze hem geen ubiquinol (co enzyme 10). Dit is een medische misser. In zijn geval verwoestte de statine de hele gezondheid van mijn buurman. Zijn energielevel en snelheid waren radicaal gereduceerd. Gelukkig stond hij er open voor om ubiquinol en wat vitamine D te proberen. Ik hoop dat hij me weer in één keer zal verslaan als we weer spelen.
Wat moet je weten als je ervoor kiest om toch statines te gaan gebruiken?
Wanneer je ervoor kiest om door te gaan met het nemen van statines, dan is het van vitaal belang dat je het werkingsmechanisme van deze medicijnen begrijpt. In het algemeen werken ze door een enzym in je lever te reduceren, hetgeen niet alleen de productie van cholesterol reduceert, maar ook de productie van co Q10. Wanneer je de productie van co Q10 reduceert dan verhoog je je risico op een variëteit aan verschillende gezondheidsproblemen. Prematuur oud worden is nog maar één primaire bijwerking van het hebben van te weinig co Q10 omdat deze essentiële vitamine andere anti-oxidanten zoals vitamine C en E recycleert.
CoQ10 tekort accelereert ook DNA beschadiging. Daarom is het absoluut van vitaal belang dat je coQ10 neemt als supplement. Ongelukkigerwijs falen artsen erin deze informatie aan hun patiënten door te geven.
Wanneer je boven de 40 bent raadt ik je ten zeerste aan om een gereduceerde vorm van coenzym Q10 te nemen die ubiquinol genoemd wordt omdat het veel effectiever geabsorbeerd wordt door je lichaam.
Cholesterol is zo’n belangrijk onderwerp dat door zoveel verwarring omringd wordt dat ik mijn speciale rapport over dit onderwerp vrij aanbied aan al mijn lezers (Engels). Klik op deze link om het gedetailleerde verslag te downloaden.
Cholesterol en hartziekten!
Zonder ontsteking, zal cholesterol zich niet ophopen in de wand van bloedvaten en hartziekten veroorzaken:
Hartchirurg geeft grote vergissing toe!
Wij dokters, met al onze opleiding, kennis en autoriteit meten ons vaak een nogal groot ego aan, waardoor het moeilijk wordt een vergissing toe te geven. Nou hier komt het dan… Ik geef ruiterlijk toe dat ik fout zat. Als hartchirurg met 25 jaar ervaring, die meer dan 5.000 openhart operaties heeft uitgevoerd, is het vandaag de dag om het onrecht te herstellen over medische en wetenschappelijke feiten.
Ik studeerde jarenlang met andere vooraanstaande dokters die gezien werden als “opiniemakers” . Ik werd gebombardeerd met wetenschappelijke literatuur, ik bezocht voortdurend educatieve seminars, en wij opiniemakers hielden vol dat hartziekten het resultaat waren van een simpele feit: n.l. verhoogde bloedcholesterol waarden.
De enige aanvaardbare therapie was het voorschrijven van medicijnen die het cholesterol zou verlagen en diëten die de vetopname ernstig beperkten. We benadrukten vooral dat een vetarm dieet het cholesterol zou verlagen en dus hartziekten zou verminderen. Van deze aanbevelingen afwijken werd beschouwd als ketterij en zou hoogst waarschijnlijk kunnen leiden tot een medische fout.
Zo is het dus niet!
Deze aanbevelingen zijn niet langer wetenschappelijk of moreel verdedigbaar. De ontdekking een paar jaar geleden dat ontstekingen in de slagaderwand de echte oorzaak is van hartziekten, leidt langzamerhand naar een paradigmashift in de wijze waarop hartziektes en andere chronische aandoeningen behandeld moeten worden.
De gevestigde aanbevelingen omtrent dit dieet, hebben gezorgd voor epidemieën van zwaarlijvigheid en suikerziekte, waarvan de gevolgen in het niet vallen vergeleken met welke historische plaag ooit, zowel in termen van sterfte, menselijk lijden evenals grote economische consequenties.
Ondanks het feit dat 25% van de bevolking dure statine medicijnen (cholesterolverlagers) neemt en ondanks het feit dat we het vetgehalte van onze diëten hebben verlaagd, zullen dit jaar meer Amerikanen sterven aan hartziekten dan ooit tevoren.
Statistieken van de Amerikaanse Hart Associatie laten zien dat 75 miljoen Amerikanen momenteel lijden aan hartziekten, 20 miljoen hebben suikerziekte en 57 miljoen hebben pre-diabetes (voorstadium van suikerziekte). Deze aandoeningen treffen ieder jaar steeds vaker en steeds meer jongere mensen.
Eenvoudig gezegd, zonder een ontsteking in het lichaam is het gewoon niet mogelijk dat cholesterol zich kan ophopen in de wanden van bloedvaten, waardoor hartziekten en beroertes worden veroorzaakt. Zonder ontsteking, zal cholesterol zich vrij bewegen door het lichaam, precies zoals de natuur het bedoeld heeft. Het is de ontsteking die er voor zorgt dat cholesterol wordt ‘gevangen’.
Een ontsteking is niets ingewikkelds – het is simpel de natuurlijke verdediging van je lichaam tegen een vreemde indringer zoals een bacterie, een gif of een virus. De cyclus van een ontsteking functioneert perfect om je lichaam te beschermen tegen bacteriële en virale indringers. Echter, als we het lichaam chronisch blootstellen aan verwonding door gif of door voedsel, iets waar het menselijk lichaam nooit voor gemaakt is, ontstaat er een toestand die chronische ontsteking heet. Chronische ontsteking is net zo schadelijk als acute ontsteking nuttig is.
Welke weldenkende persoon zou zichzelf bewust herhaaldelijk blootstellen aan voedsel en andere stoffen die bekend staan als veroorzaker van schade aan het lichaam?
Nu, rokers misschien, maar zij maakten die keus bewust.
De rest van ons heeft simpelweg de aanbevolen gangbare voedingsadviezen opgevolgd die laag in vet en hoog in meervoudig onverzadigde vetten en koolhydraten zijn, niet wetende dat we steeds weer schade aan het toebrengen zijn aan onze bloedvaten. Deze herhaaldelijke beschadigingen creëren chronische infecties die leiden tot hartziekten, beroertes, suikerziekte en zwaarlijvigheid.
Laat ik dit even herhalen. De beschadiging en ontsteking in onze bloedvaten wordt veroorzaakt door het lage vetgehalte en de verkeerde, gevaarlijke vetten in ons dieet dat al jarenlang wordt aanbevolen door de reguliere geneeskunde.
Wat zijn de grootste valkuilen van chronische ontsteking? Heel eenvoudig, het is de overdaad van een enkelvoudige zwaar bewerkte koolhydraat (suiker, bloem en alle producten die daarvan gemaakt worden) en de overconsumptie van omega-6 vegetatieve oliën zoals sojabonen, maïs en zonnebloemolie die gevonden worden in veel veredelde levensmiddelen.
Hieronder zal ik bediscussiëren welke voedingsmiddelen ontsteking veroorzaken, hoe dat voedsel het ontstekingsproces veroorzaakt en welk voedsel we zouden moeten eten om die ontstekingen te genezen.
Neem even de tijd om je voor te stellen dan je een harde borstel herhaaldelijk over een zachte huid wrijft tot die heel rood wordt en bijna gaat bloeden. Laten we zeggen dat je dit iedere dag een paar keer doet, en dat vijf jaar lang. Als je dit pijnlijke wrijven al zou kunnen verdragen , zou je zeker een bloeding krijgen, een opgezwollen geïnfecteerd gebied dat erger wordt door iedere volgende beschadiging. Dit is een goede manier om het ontstekingsproces uit te beelden dat op dit moment in je lichaam aan de gang kan zijn.
Ongeacht waar het ontstekingsproces optreedt, aan de buitenkant of aan de binnenkant, het proces is hetzelfde. Ik heb in duizenden en nog eens duizenden slagaders gegluurd. Een ontstoken slagader ziet eruit alsof iemand een borstel heeft genomen en herhaaldelijk over de wand heeft geschrobd. Meerder keren per dag, ieder dag, het voedsel dat we eten maakt kleine wondjes die zich vermengen tot meer wondjes, die zorgen dat het lichaam steeds maar weer, zoals het hoort, reageert met een ontsteking.
Terwijl we de genieten van de beproevende smaak van een zoet broodje, reageren onze lichamen alarmerend alsof er een vreemde indringer aankomt die ons de oorlog verklaart. Voedsel vol met suikers en enkelvoudige koolhydraten, of bereid met omega-6 olie, zodat het lang in het schap kan staan, zijn al zestig jaar lang het hoofdbestanddeel van het Amerikaanse dieet. Dit voedsel heeft langzaamaan iedereen vergiftigd.
Hoe kan het eten van een simpel zoet broodje een waterval van ontstekingen veroorzaken die je ziek maakt?
Stel je voor dat je stroop morst op je toetsenbord, dan heb je een beeld van wat er gebeurt binnenin de cel. Als we enkelvoudige koolhydraten consumeren zoals suiker, gaat de bloedsuikerspiegel heel snel omhoog. In antwoord hierop gaat je alvleesklier insuline afgeven met het primaire doel de suiker in iedere cel te krijgen. Daar wordt het opgeslagen als energie. Als de cel vol zit en geen glucose meer nodig heeft wordt het geweigerd, dit om te voorkomen dat nog meer suiker de cel verziekt.
Als je volle cel de extra glucose verwerpt, stijgt de bloedsuikerspiegel waardoor meer insuline wordt geproduceerd en de glucose wordt omgezet in opgeslagen vet.
Wat heeft dit nou allemaal met ontsteking te maken? De bloedsuiker wordt constant gehouden binnen een vrij beperkte grens. Extra suikermoleculen hechten zich aan een grote verscheidenheid van eiwitten die op hun beurt de bloedvatwanden beschadigen. Deze herhaaldelijke beschadiging van de bloedvatwand zet de ontsteking in werking. Als je je bloedsuiker niveau vaker per dag laat pieken, iedere dag weer, is het net alsof je schuurpapier gebruikt voor de binnenkant van je tere bloedvaten.
Misschien wist je niet dat dit gebeurde, maar geloof me, het gebeurt. Ik heb het waargenomen in meer dan 5.000 chirurgiepatiënten in die 25 jaar, en zij hadden allemaal dezelfde gemeenschappelijke noemer – ontsteking in hun slagaders.
Laat we eens teruggaan naar het zoete broodje. Dat onschuldig uitziende lekkernijtje bevat niet alleen suiker, het is gebakken in een van de vele omega-6 oliën zoals sojaolie. Chips en frietjes zitten vol van sojabonenolie; klaargemaakt voedsel is gemaakt met omega-6 olie zodat ze langer in de schappen kunnen blijven staan. Terwijl omega-6 vetten essentieel zijn – ze zijn deel van ieder celmembraan dat de controle heeft over wat de cel in en uit gaat – moeten ze in het juiste evenwicht zijn met omega-3’s.
Als het evenwicht veranderd, doordat we te veel omega-6 eten, gaat de celmembraan chemische stoffen maken die cytokinen worden genoemd en die leiden rechtstreeks tot ontsteking. Het hoofdbestanddeel van het Amerikaanse dieet heeft een extreme disbalans veroorzaakt van deze twee vetten. De verhouding van disbalans varieert van 15:1 tot zo hoog als 30:1 in het voordeel van omega-6. Dat betekent een geweldige hoeveelheid cytokinen die ontsteking veroorzaken. In het voedsel van nu zou een verhouding van 3:1 optimaal gezond zijn.
Om het nog erger te maken, het overgewicht dat je meedraagt door het eten van dit voedsel zorgt voor overvolle vetcellen. Deze laten grote hoeveelheden van voorontsteking chemicaliën de vrije loop, die bijdragen aan de beschadiging die veroorzaakt wordt door het hebben van een hoge bloedsuiker. Het proces dat begon met een zoet broodje verandert in een vicieuze cirkel dat als het ontstekingsproces onafgebroken doorgaat, in de loop van de tijd hartziekten creëert, hoge bloeddruk, suikerziekte en tenslotte Alzheimer.
We kunnen niet aan het feit ontkomen dat hoe meer we kant-en-klare maaltijden en bewerkt voedsel eten, hoe meer we drukken op de knop van de ontstekingsreactie, en dat doen we beetje bij beetje iedere dag. Het menselijk lichaam kan niet omgaan en is niet ontworpen om eten volgepakt met suikers en gedrenkt in omega-6 olie te consumeren.
Er is maar een antwoord om de ontsteking tot rust te brengen, en dat is terugkeren naar voedsel dat dichter bij zijn natuurlijke toestand staat. Om spieren op te bouwen, moet je meer eiwitten eten. Kies voor koolhydraten die heel complex zijn zoals kleurig fruit en groenten. Eet minder of vermijd helemaal ontstekingsveroorzakende omega-6 vetten zoals maïsolie en sojabonenolie en bewerkt voedsel dat ermee bereid is. Een eetlepel maïsolie bevat 7,280 mg omega-6; sojabonenolie bevat 6,940 mg. Gebruik in plaats daarvan olijfolie of boter van koeien die met gras zijn gevoerd.
Dierlijk vetten bevatten minder dan 20% omega-6 en zijn waarschijnlijk minder veroorzakers van ontsteking dan de veronderstelde gezonde oliën gelabeld als meervoudig onverzadigd. Vergeet de “wetenschap” die tientallen jaren in je hoofd is gestouwd. De wetenschap dat verzadigd vet alleen hartziekten veroorzaakt is onterecht. De wetenschap dat verzadigd vet het bloedcholesterol verhoogt is ook heel zwak. Sinds we weten dat cholesterol niet de oorzaak is van hartziekten, is de zorg over verzadigd vet vandaag de dag nog absurder .
De cholesterol theorie leidde tot de geen vet of laag vetgehalte aanbevelingen die op hun beurt juist dat voedsel creëerden dat nu een epidemie van ontsteking veroorzaakt. De reguliere geneeskunde heeft een verschrikkelijke fout gemaakt toen het mensen adviseerde om verzadigd vet te vermijden ten gunste van voedsel met hoge gehaltes omega-6 vetten. We hebben nu een epidemie van slagader ontstekingen die leidt tot hartziekten en andere stille moordenaars.
Wat je zelf kunt doen is kiezen voor volle graan producten e.d. zoals je grootmoeder die op tafel zette en niet wat je moeder van de schappen van de supermarkt haalt vol met kant en klaar voedsel. Door de ontsteking gevende voeding weg te laten en essentiële voeding van vers onbewerkt voedsel toe te voegen, kun je de jaren van beschadiging in je slagaders en je hele lichaam die is ontstaan door het typisch Amerikaanse dieet te eten, omkeren.
Noot van de uitgever:
Dr. Dwight Lundell is de laatste chefstaf en hoofd chirurg van het Banner Hart Ziekenhuis in Mesa, Arizona. Zijn privé praktijk, het Cardiac Zorgcentrum was in Mesa Arizona. Kortgeleden stopte Dr. Lundell met chirurgie om zich te concentreren op voeding als behandeling van hartziekte. Hij is de stichter van Gezonde Mensen stichting die menselijke gezondheid bevorderd met een oog voor het ondersteunen van grote organisaties om welzijn te bevorderen. Hij is de schrijver van ‘De Genezing van Hartziekte’ en ‘De Grote Cholesterol leugen’ (The great cholesterol lie)
Auteur: Dwight Lundell MD 02/06/2009
Bron: www.totalhealthbreakthroughs.com
Earth Matters dankt de vertalers!
Cholesterolverlagers ( Statines)
Wat is het?
Wat doen ze?
Waarom zijn ze zo gevaarlijk?
Waarom Big Farma de leugen laat voortleven?
Wat is de oplossing?
Wat zijn cholesterolverlagers en waarvoor worden ze ingezet?
Cholesterolverlagers zijn medicijnen (chemisch) die worden voorgeschreven aan mensen waarvan de cholesterol levels (LDL) te hoog zijn.
Dit zogenaamd om hart en vaatziekten te voorkomen. Reeds 50 jaar worden deze statines daarvoor gebruikt en na al die tijd heeft de cholesterol leugen zich zo goed ingenesteld dat het bijna onmogelijk is mensen te overtuigen dat cholesterol op zich geen gevaarlijk goedje is, maar levensnoodzakelijk voor onze gezondheid.
Wat doen statines in het lichaam?
– Ze doen wat ze moeten doen: het zogenaamde “slechte” cholesterol verlagen, het LDL dus. Maar…er bestaat geen slecht cholesterol, dat weten we nu zo langzamerhand wel!
– Ze onderdrukken in geringe mate de infectie in de vaatwanden. Hoe hoger de dosis statine, hoe sterker de onderdrukking. Alleen…over de gevolgen van die hoge inname en de gevolgen daarvan…daar wil Big Farma niets over horen!
– Door het gebruik van deze middelen wordt het immuunsysteem aangetast…met alle gevolgen van dien.
– Het gebruik tast onze celwanden aan…met als gevolg een aantasting van de energieproductie die we zo hard nodig hebben!
– Statine neemt de plaats in van onze eiwitproductie, tast deze aan…met alle gevolgen en bijwerkingen voor onze gezondheid.
Waarom zijn statines levensgevaarlijk?
Al de bovenstaande effecten hebben invloed op ons lichaam. Sommige mensen hebben al op zeer korte termijn last van de bijwerkingen, anderen na jaren gebruik. Maar vroeg of laat zijn de effecten bij elke patiënt zichtbaar en voelbaar. Er komt een dag dat je lichaam genoeg heeft van al dat gif en dan komen de effecten tevoorschijn: hartfalen, kanker en fatale spierziekten. Het is vergelijkbaar met rattengif dat je in kleine doseringen toegediend krijgt, totdat je lichaam het begeeft.
Waarom Big Farma de leugen laat voortleven?
Een hele generatie is opgevoed met de waarschuwing…pas op voor een te hoog cholesterol, het veroorzaakt hart en vaatziekten. Maar wat blijkt nu…het was een verkooppraatje, en wat voor een. Wie niet zomaar alles geloofd wat de televisie uitbraakt, maar op zoek gaat naar wetenschappelijk verantwoorde berichtgeving, komt al snel tot de conclusie dat de hele hype rond cholesterol een grote leugen is. Statines zijn een vijfkoppige draak en het meest winstgevende product van de farmaceutische industrie, het levert ze jaarlijks ettelijke miljarden op. Ieder jaar komen er duizenden nieuwe klanten bij, en dus ook miljarden omzet. Alle reden dus om de leugen levend te houden!
Wat is de oplossing?
Geloof cardiologen en artsen niet als ze zeggen dat je zult sterven als je geen cholesterolverlagers neemt. Je zult namelijk eerder sterven als je ze wel neemt. Het effect op LDL is erg sterk, maar zoals we ondertussen wel weten is dit LDL een erg belangrijk transportmiddel in ons lichaam, en onmisbaar voor de vorming van nieuwe celmembranen.
Mensen met een cholesterol van boven 8 of meer, wees gerust, velen zijn er erg oud mee geworden. Als je verder goed op je voeding let en aan lichaamsbeweging doet is dit helemaal geen probleem. Twijfel je toch, laat dan een arteriograph scan maken van hart en bloedvaten. Mochten er oneffenheden of ontstekingen of plaque zitten, gebruik dan de nodige cel vitaalstoffen zoals Q10, B6, B12, foliumzuur enz. Vraag meer info over het arteriogram via ons contactformulier. (is van Warriors for health)
Maar vergeet de statines, je leven wordt er alleen maar korter door. En nog erger, als je eenmaal bijwerkingen hebt is het niet zeker dat je er helemaal af komt als je stopt met de statines. Cellen hebben een geheugen en het duurt even voor de rotzooi uit je systeem is.
Wat u moet weten!
Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaald haar wel!
Hoe zeldzaam of gebruikelijk zijn onaanvaardbare bijwerkingen van statine therapie?
Wie op Google de zoekterm statine of bijwerkingen statines intoetst, zit binnen enkele ogenblikken tot over zijn oren in de ellende.
Van over de hele wereld melden gebruikers van de populaire cholesterolverlagers de meest afschuwelijke bijwerkingen. Spier en gewrichtsklachten worden het meest gemeld, maar ook klachten die duiden op neuropathie, cognitieve en psychische stoornissen lijken aan de orde van de dag.
Veel patiënten vertellen dat hun klachten verminderen of verdwijnen als ze stoppen met slikken, dit doorgaans tot grote woede van hun behandelend arts. Niet zelden zijn mensen met stomheid geslagen als ze ontdekken dat ze niet de enige zijn.
Volgens hun artsen kunnen de problemen immers onmogelijk aan de statines liggen. De artsen ontkennen categorisch dat statines andere bijwerkingen kunnen hebben dan oprispingen, flatulentie en de, inderdaad zeldzame, rhabdomyolyse ( spierafbraak).
Deze artsen ageren ter goeder trouw, hun is verteld dat deze statines volkomen betrouwbaar zijn en uitvoerig zijn getest. De praktijk en de ervaringen van de gebruikers laten een heel ander verhaal horen!
Geschreven door Lizzy Turelinckx
terug naar ‘cholesterol‘