De gevaren van suikers en verkeerde vetten.

Suikers

Onder suikers moet niet alleen worden verstaan de witte korrels die je in je koffie of thee doet. Daarnaast vallen onder suikers ook cafeïne in koffie, alcohol, honing, vruchtensap zonder vruchtvlees en zonder schil en aardappels zonder schil. Zelfs de zogeheten langzame suikers (hele granen) vallen daar onder.

Hoe werkt het? We zijn de afstammelingen van de mens uit het Stenen Tijdperk. Door een evolutionaire speling van het lot was deze mens een zoogdier dat niet in staat was om via de lever suiker om te zetten in vitamine-C (de meeste zoogdieren kunnen dit wel). We moeten dus onze vitamine-C uit externe bronnen halen (groente, fruit) en bovendien zijn we niet evolutionair uitgerust om heel veel suiker te verwerken.

Snelle suikers

Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen snelle en langzame suikers. Snelle suikers zijn suikers die niet door je lever in energie omgezet worden, maar in vet. Deze wordt tevens vrijwel meteen afgegeven aan je bloedbaan. Daardoor verhoogt de hoeveelheid glucose (bloedsuiker) in je bloed. Dit heeft weer tot gevolg dat de alvleesklier een hormoon genaamd insuline produceert dat tot doel heeft je bloedsuiker te stabiliseren door deze omlaag te brengen. Dit is een overlevingsmechanisme omdat een te hoge bloedsuikerspiegel ernstige gezondheidsklachten kan veroorzaken, zoals cholesterolklachten, hart- en vaatziekte, candidiasis en andere darmaandoeningen, hypoglykemie, hoge bloeddruk, diabetes en zelfs kanker, insulineshock en de dood. Om dit voor te zijn is de alvleesklier er al in een vroeg stadium bij om de bloedsuikerspiegel te normaliseren.

Ons westerse voedingspatroon is echter vergeven van de snelle suikers en dus is er dagelijks grote paniek in ons lijf als gevolg hiervan. Aangezien te veel insuline in ons systeem ook ziekmakend is en omdat ons lichaam constant op zoek is naar een balans, ontwikkelen we insulineweerstand. Hierdoor gaat het heel lang goed en heb je geen klachten. Het is echter een schijnbalans en het is dan ook geen toeval dat men ergens tussen de 40 en 60 jaar klachten en kwalen gaat krijgen. Omdat de opgebouwde schade een periode van zo’n 20 tot 30 jaar omspant wordt dan meestal niet de link gelegd met het voedsel dat men al die jaren heeft geconsumeerd. Momenteel maken we naast kanker en hart- en vaatziekte ook een explosie van diabetes type 2 mee (bij type 1 moet er insuline bij gespoten worden). Deze openbaren zich tegenwoordig zelfs niet meer alleen op middelbare leeftijd maar ook op steeds jongere leeftijd!

Diabetes wordt niet voor niets ook suikerziekte genoemd. Suiker maakt ziek. Suikerziekte is niets meer dan een opgebruikte (type 1) of verzwakte en versleten (type 2) alvleesklier. Deze heeft jarenlang overuren gedraaid en is niet of onvoldoende in staat om insuline te produceren om de bloedsuikerspiegel te reguleren. Alvleesklierkanker of andere aandoeningen aan de alvleesklier hebben hier ook mee te maken. Bovendien wordt de insuline als gevolg van insulineweerstand ook steeds minder effectief. De enige manier om dit probleem te ondervangen op jongere leeftijd of om te keren op oudere leeftijd is het elimineren van snelle suikers in je voeding! Drink dus koffie of thee zonder suiker (en trouwens ook zonder die dode, ultraverhitte koffiemelk!) (nog beter, drink helemaal geen koffie meer) en eet geen producten die suiker bevatten. Zoals gezegd, het zit in bijna al onze voeding en dus is het zaak om de ingrediëntenlijst goed te lezen (ook als je je producten uit een natuurvoedingswinkel haalt in plaats van de supermarkt!). Denk hierbij ook aan fructose, dextrose, sacharose, invertsuikersiroop en ‘natuurlijke’ alternatieven als ruwe rietsuiker, maïssiroop, rijstsiroop, dadelstroop, tarwestroop en agavesiroop. Hoewel het zeker een feit is dat bijv. tarwestroop een betere suiker is dan gewone suiker, blijft het een feit dat we al snel te veel suiker tot ons nemen en daarmee onze suiker- en insulinespiegel onnodig omhoog drijven. Om deze tot een normaal niveau te brengen is het raadzaam om dus geen suikers te consumeren.

Langzame suikers

Langzame suikers vallen uiteraard ook onder suikers. Langzame suikers zitten in producten van hele granen, zoals niet-geraffineerd brood, rijst, koekjes, pasta etc. Onder niet-geraffineerd wordt verstaan dat van de granen zowel de kiem, het binnenste zetmeel als het vlies worden gebruikt. Met name het buitenste vlies heeft een remmende werking op de snelheid van de suiker in het zetmeel. Wit brood is dus een snelle suiker omdat juist het vlies van de graankorrel is verwijderd. Daardoor hou je alleen het zetmeel over en dat is pure suiker. Om die reden is bruine pasta en bruine rijst ook gezonder dan hun witte, geraffineerde varianten. Het vlies van granen is nl. gemaakt van vezels en het zijn juist die vezels die een remmende werking hebben op suikers en daarmee de afgifte van suiker aan het bloed vertragen.

Hetzelfde gebeurt met aardappels en fruit. Mensen die een appeltje schillen, raffineren daarmee de appel: ze ontdoen hem van zijn vezels (de schil) en daarmee houden ze uitsluitend de vruchtensuiker (fructose) over. Schil een aardappel en je doet hetzelfde: zonder schil (vezels) is de aardappel een zetmeelbom en dus suiker. Om die reden is vruchtensap zonder vruchtvlees (vezels) ook niets meer dan vloeibare snoep. Zo heeft de natuur het niet bedoeld, anders hadden we aardappels en vruchten zonder schil en vruchtvlees gehad! Koop dus geen commercieel vruchtensap uit een pak, maar pers zelf je vruchten en vergeet het vruchtvlees niet te gebruiken. Kies liever voor zure en bittere vruchten i.p.v. zoete vruchten, met name citrusvruchten als citroen en grapefruit. Zure en bittere citrusvruchten zijn oervruchten en komen dus meer overeen met de vruchten die de mens uit het Stenen Tijdperk at.

Hoewel langzame suikers beter zijn dan snelle suikers betekent dat niet dat we daarmee een vrijbrief hebben om ongelimiteerd bruin brood, rijst, pasta en zoete vruchten met schil of vruchtvlees te consumeren! Zoals gezegd, we zijn er niet voor gemaakt om grote hoeveelheden suiker in ons systeem te pompen. Eet dus niet meer dan twee sneetjes brood per dag en niet meer dan twee keer per week bruine pasta of rijst. Wat moet je er voor in de plaats zetten? Zetmeel is koolhydraten en koolhydraten is suiker. Een veel complexere vorm van koolhydraten zit in groente, omdat er dan veel meer microvoedingsstoffen een rol spelen. Probeer eens een salade per dag te eten van bijv. wortel, groene bladgroente, alfalfa en kiemen naast je warme eten en kijk eens hoe lang je op zo’n salade door kan gaan. Gegarandeerd dat je meer energie krijgt en minder snel honger hebt (en dus ook geen trek in zoete tussendoortjes)! Bovendien val je hierdoor in korte tijd kilo’s af, omdat hierdoor je suikerconsumptie drastisch wordt verlaagd. Dit vermindert weer je risico op diabetes en geeft een vitaler, gezonder gevoel. Vergeet niet dat virussen, parasieten en kankercellen goed gedijen in een zoete omgeving.

Honing

Hoewel honing veel heilzame aspecten heeft, moet het worden gezien als een snelle suiker. De natuur heeft het spul niet voor niets zo mierzoet gemaakt, zodat we er maar kleine hoeveelheden van kunnen eten! Gezien de gezondmakende werking van honing, hoef je het niet helemaal te laten staan. Kies echter voor koudgeslingerde honing (te koop in natuurvoedingswinkels) en niet voor honing uit de supermarkt. Deze laatste is industrieel verhit en daarmee beroofd van al zijn natuurlijke voedzame en heilzame werking en verworden tot een ordinaire suiker.

Groene Thee

Een heel speciaal geval is de cafeïne in groene thee. Net als alcohol is cafeïne een natuurlijke stof die in geringe mate een heilzame werking heeft. In koffie wordt de cafeïne echter razendsnel in je bloed losgelaten en dat maakt koffie een snelle suiker. Het is natuurlijk ook het effect waarvoor we koffie nemen en als prettig ervaren, vooral
’s morgensvroeg. Wil je je koffie niet opgeven, beperk je dan tot twee koppen per dag. Nog beter is het om groene thee te drinken. Niemand weet waarom, maar er zitten stoffen in groene thee die de afgifte van cafeïne in je bloed vertragen. Als gevolg daarvan is deze cafeïne dus geen snelle suiker en krijg je alleen maar de gezondheidsvoordelen van de cafeïne in groene thee. Technisch gezien zou de cafeïne in groene thee moeten horen tot de langzame suikers, waarvan we net als granen nog steeds op moeten letten hoeveel we er van binnen krijgen. Het wordt echter nog beter: groene thee blijkt de glucose in je bloed op te lossen. Het helpt dus je bloedsuikerspiegel te normaliseren en ondersteunt daarmee de alvleesklier, zodat deze minder insuline hoeft te produceren. Het effect hiervan is dat groene thee alle prediabetes-symptomen tegengaat, van hypoglykemie tot hoge bloeddruk tot hart- en vaatziekte en kanker toe!

Lees meer over de vele heilzame aspecten van groene thee hier:http://www.groenethee.com/

Suikervervangers

Laat dit verhaal absoluut geen reden zijn om kunstmatige suikervervangers te gebruiken als aspartaam, sorbitol, saccharine, advantaam en andere kankerverwekkende chemische rommel, die bovendien diabetesachtige verschijnselen veroorzaken! Leer minder zoet te eten en de echte smaak van het natuurlijke product te waarderen. Mensen die melk en suiker in hun koffie doen, drinken eigenlijk limonade met koffiesmaak. Het wordt tijd dat onze smaakbeleving volwassen wordt en we uitgaan van alle vier de smaakbelevingen op onze tong (zoet, zuur, zout, bitter) en plaats van alleen maar twee (zoet, zout). Als we dat zouden doen, zouden we automatisch al betere gezondheidskeuzes maken. We zijn echter van jongs af aan geconditioneerd door een industrie die ons richting zoet en zout heeft gelokt. Daardoor hebben we als volwassen mensen nog steeds de smaakbeleving van een vierjarige.

Vetten

Onze overheid vertelt ons dat onverzadigde vetten goed zijn en verzadigde vetten slecht. Dit is een zwart-wit verhaal. Onverzadigde vetten zijn plantaardig en verzadigde vetten zo goed als allemaal dierlijk. Enkele plantaardige uitzonderingen vormen kokosvet en palmvet, beiden verzadigde vetten. Dergelijke versimpelde voorstellingen van zaken leiden nu al tientallen jaren tot grote misverstanden rondom vetten.

Omega-3/6

Allereerst is het heel belangrijk om te kijken naar de omega-vetzuren in plantaardige en dierlijke vetten. Naast het suikergehalte van granen is het ook belangrijk om je graanconsumptie te verminderen vanwege het hoge omega-6 vetzuurgehalte in granen. Omega-6 is een natuurlijk en gezond vetzuur maar alleen als het in de juiste verhouding staat t.o.v. omega-3. Omega-3 vetzuren kunnen we eigenlijk niet genoeg eten, maar een teveel aan omega-6 vetzuren leidt onherroepelijk tot gezondheidsproblemen:

http://www.fonteine.com/omega6_vetzuren.html

De verhouding omega-3/6 in de voeding van de mens uit het Stenen Tijdperk was hooguit 1:4. In het huidige westerse voedingspatroon varieert dat van 1:20 tot 1:50! Het is zaak om je omega-3 consumptie te verhogen en je omega-6 consumptie te verlagen. Eet dus minder granen, maar ook minder olie op basis van granen zoals maïsolie. Naast maïsolie zijn sojaolie en zonnebloemolie plantaardige oliën die je beter kunt vermijden vanwege hun omega-6 gehalte. Een gunstige uitzondering is tarwekiemolie die weliswaar veel omega-6 bevat maar daarnaast ook vitamine-E. Vlees en zuivel uit de commerciële bioindustrie is afkomstig van dieren die voornamelijk goedkope graankorrels als voer hebben gekregen en dus ook te veel omega-6 bevatten. Dit is naast het lijden van de dieren en de hoeveelheden antibiotica en groeihormonen die ze toegediend krijgen een extra argument om te kiezen voor biologische zuivel en vlees. Koeien horen gras en klaver te eten en varkens fruit. Wist je dat kippen behalve graan ook gras eten?

Waar haal je al die omega-3 vandaan? Uit alles wat een groen blad heeft. Groene bladgroente is een uitstekende bron van omega-3, vooral rauw. Denk hierbij aan sla en spinazie (heerlijk als rauwe salade!). Als je gaat koken, bakken of stomen, gebruik dan ook alles wat groen is, zoals bijv. kolen, spruiten, broccoli e.d. Andere plantaardige vetten die omega-3 bevatten zijn lijnzaadolie, raapzaadolie en walnootolie. Met uitzondering van extra vergine olijfolie, dat sterk genoeg is om verhit te kunnen worden, dienen alle plantaardige oliën koud gebruikt te worden. De beste dierlijke bron van omega-3 is wilde vette vis en levertraan. Het gaat nl. om de vetzuren EPA en DHA. Olijfolie is gezond omdat het o.a. omega-9 bevat. Over de gezondheidsaspecten van olijfolie is al genoeg gezegd en geschreven.
Voor een goede levertraan: mail ons voor het adres.

Verzadigde vetten

Zowel de reguliere als alternatieve hoek verklaart de oorlog aan verzadigde vetten vanwege hun hoge cholesterolgehalte. Dit is een hardnekkige mythe. In Aziatische, Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse landen kookt men veel met boter, kokosvet, reuzel en andere verzadigde vetten en kijk eens hoe gezond ze er daar bij lopen! Verzadigde vetten zijn bij uitstek geschikt voor bakken, braden en frituren omdat ze hoge temperaturen kunnen weerstaan en meerdere keren gebruikt kunnen worden. Natuurlijke verzadigde vetten (dierlijke vetten, maar ook plantaardige vetten als kokosolie) worden probleemloos door het lichaam geaccepteerd en opgenomen en je wordt er daarom niet dik van! Uitstekende vetten om in te bakken zijn: kokosolie, roomboter en olijfolie. Mensen worden dik en ongezond als gevolg van suiker en geraffineerde olie (transvetten). Dus eet gerust een eitje gebakken in roomboter of eet volvette yoghurt. Uiteraard wel kiezen voor biologisch zuivel en vlees. Het Columbus-ei is momenteel te koop in Nederlandse supermarkten. Dit ei is biologisch en heeft een omega-3/6 verhouding van 1:1:

http://www.fonteine.com/columbus.html

Een verzadigd vet dat ik zeer aanbeveel is extra vergine kokosolie: Mail ons voor de link naar de website.

Transvetten

Transvetten vormen de missing link tussen onverzadigde en verzadigde vetten. Niet de verzadigde vetten zijn de vijand, maar transvetten. Transvetzuren worden gevormd door het harden van goedkoop verkrijgbaar onverzadigde vetten als zonnebloemolie, sojaolie, maisolie, pindaolie etc. Door verhitting wordt de vloeistof uit deze vetten verwijderd waardoor het vet hard wordt. Als gevolg van dit proces veranderen de onverzadigde vetzuren in verzadigde vetzuren. Deze zijn echter van een soort die niet in de natuur voorkomt (de plantaardige vetten zijn immers van nature onverzadigd) en is daarom ook lichaamsvreemd. Aangezien het lichaam bij consumptie van transvetten ook niet weet wat het ermee aanmoet, krijgen transvetten vrij spel en vormen ze vrije radicalen die beschadigingen zelfs op cellulair (DNA!) niveau aanrichten!

Welke producten bevatten transvetten? Welke niet, zou ik bijna zeggen. Frituurolie, chips, koffiecreamer, bouillon, koekjes, de kans is zeer groot dat ze geheel of gedeeltelijk geharde vetten bevatten, transvetten dus. Laatst zag ik zelfs een pot pindakaas die geharde vetten bevatte! En niet alleen voedingsmiddelen: lees ook de etiketten van vitaminepreparaten, zalfjes, gels, lotions, cosmetica (ook bij natuurvoedingswinkels en natuurdrogisten!). Momenteel heeft binnen Europa alleen de Deense regering besloten om een limiet van 2% transvetten in producten aan te brengen, in de rest van Europa bevatten talloze producten ontoelaatbare hoeveelheden transvetten. Persoonlijk denk ik dat je nog niet eens 2% transvetten binnen zou moeten krijgen. Je kunt daar zelf voor zorgen door de ingrediënten op de etiketten goed te lezen. Vaak zul je merken dat dergelijke producten daarnaast ook vrachten suiker, zout, zoetstoffen en andere rommel bevatten. Bedenk dat voedsel in een keuken moet worden bereid, niet in een lab.

Interessant is om te zien dat transvetten niet geheel onnatuurlijk zijn. In vlees en zuivel van gehoefde dieren (koeien, geiten) komen ze van nature voor (zo’n 2-3%). Er zijn proeven gedaan om de eventuele schadelijke effecten te meten van natuurlijke en onnatuurlijke transvetten. Wat blijkt? De natuurlijke transvetten leverden totaal geen schade op, terwijl chemische transvetten wel schade toebrengen aan natuurlijke organismen. En dat terwijl ze er onder de microscoop identiek uitzagen! Waarom dit is, weet men niet. Mijn vermoeden is dat er in bijv. boter andere microvoedingsstoffen een rol spelen die een remmend of zelfs uitschakelend effect hebben op transvetten. Dergelijke mechanismes zien we ook in bijv. groene thee (denk aan de caffeïneremmers en glucose-oplossers) en in aardappels en fruit (glucoseremmers). Een ander voorbeeld is smaakversterker MSG (monosodiumglutamaat, E621). Dit komt van nature voor in appelpectine en in zeewier. Daar doet het geen kwaad, maar als men deze stof isoleert en toevoegt aan een product dat van nature geen MSG bevat wordt het wel schadelijk. De wetenschap begint pas te ontdekken hoeveel microvoedingsstoffen er in voedingsmiddelen zitten en welke interactie ze met elkaar vertonen.

Transvetten zijn, vooral in combinatie met suikers, verantwoordelijk voor veel westerse gezondheidsklachten als cholesterolklachten, darmklachten, hoge bloeddruk, hart- en vaatziekte. Vooral het bloed moet het ontgelden als gevolg van transvetten. Dit omdat de lever en darmen zwaar belast worden als gevolg van de cocktail van suikers en transvetten en daardoor niet meer goed hun ontgiftende en ontlastende werk kunnen doen. De kwaliteit van het bloed lijdt daaronder.

Auteur: Mike Donkers

Terug naar ‘Mike Donkers